Blog: investeer bij ‘zware beroepen’ vooral in werkplekinnovatie

pixabay

Het was niet onverwacht dat in het pensioenakkoord afspraken zouden komen te staan over de categorie werknemers met een ‘zwaar beroep’. Maar de gekozen maatregelen lijken maar deels aan te sluiten bij de mentaliteit van de doelgroep.

In de beeldvorming is het verleidelijk de zware beroepen neer te zetten als voornaamste slachtoffer van de verhoging van de pensioenleeftijd in de afgelopen jaren. Het is natuurlijk ook echt afzien: heb je als bouwvakker jarenlang gebuffeld en je rug en knieën versleten, moet je nog een paar jaar. Maar er is ook nog een andere kant. Ik moest daarbij terugdenken aan verhalen die mijn vrouw vertelde toen ze jarenlang bij een HR-afdeling van een ‘grote luchtvaartmaatschappij’ werkte en daar regelmatig medewerkers van de vracht ontmoette. Wat me vooral is bijgebleven is hun enorme gehechtheid aan de onregelmatige diensten (vanwege de goede beloning) en de neiging om ’s-avonds en in het weekend hun ‘gouden handjes’ te verzilveren door keukens, badkamers, vloeren en tuinen te doen. Een sterke behoefte derhalve voor korte termijn verdiensten, ten koste van mogelijke roofbouw op het lichaam.

De afspraken in het pensioenakkoord sluiten maar voor een deel aan bij deze behoefte. De vertraging van de verhoging van de AOW-leeftijd en het schrappen van de boete op vroegpensioen zullen bij de doelgroep met instemming worden begroet. Maar bij de andere maatregelen zal naar mijn inschatting diep worden gezucht. Zo komt er fiscaal vriendelijk waarschijnlijk een flinke uitbreiding van het bovenwettelijk verlofsparen en zullen de toeslagen voor onregelmatige diensten worden ingezet voor het sparen voor vroegpensioen. Dit betekent minder geld op korte termijn voor de zware beroepers.

Daarnaast willen kabinet en de polder maar liefst €800 mln investeren in (om)scholingsmogelijkheden, in het bijzonder voor mensen met een lagere/praktische opleiding. Het zal met de beste bedoelingen zijn, maar ik verwacht dat dit een kansloze missie is. Ervaringen uit het verleden geven aan dat deze doelgroep vergeleken met HBO/WO-ers veel minder aan opleiding doet en weinig open staat voor andere carrières.

Een fractie van het opleidingsbudget wordt slechts geïnvesteerd in preventie en maatregelen om het werk ‘lichter’ te maken. En vooral dit laatste onderwerp is in mijn ogen een zeer kansrijke route om mensen met een zwaar beroep wat beter naar de pensioendatum te leiden. Er zijn al veel mooie voorbeelden van mechanisatie van werkprocessen en ondersteuning van het werk door robots en andere apparaten, bv drones. Bij veel sectoren is op dit punt nog een flinke slag te maken. Het is daarom verstandig om een deel van het opleidingsbudget voor werkplekinnovatie te gebruiken. Wanneer verzekeraars en werkgevers eveneens een bedrag inleggen, ontstaat een forse buffer voor het ontwikkelen van producten.

Luister ook naar de Aegon-podcast Kennisdelers over zware beroepen

GEEN REACTIES