Blog: waarom sparen we zoveel?

Banken en verzekeraars moeten stakeholders betrekken bij beloningsvoorstellen
© Pixabay

De spaarrente is historisch laag maar bij de banken klotsen de spaartegoeden tegen de plinten op. Hoe kan dat?

Je zou denken dat mensen zich realiseren dat ze met de huidige rente interen op hun vermogen. Inflatie en de vermogensrendementheffing zijn samen fors hoger dan de rentevergoeding op het spaarvermogen. Rationeel denkende mensen zouden dan wat constructiefs doen met hun geld. Nu gebeurt dat ook wel degelijk. Er wordt behoorlijk afgelost op hypotheken, rijke ouders helpen hun kinderen met de aanschaf van een huis, er wordt geïnvesteerd in verduurzaming van de woning en ook de markt voor vakantiewoningen zit bijvoorbeeld in de lift.

Dit neemt niet weg dat het totaalbedrag dat Nederlanders op een spaarrekening hebben staan eind juni een record bereikte van bijna €370 mrd. Zo rationeel zijn Nederlanders dus niet en de vraag is hoe dat kan.

ING-ceo Ralph Hamers wees vorige week op onzekerheid bij klanten over de toekomst, bijvoorbeeld over de situatie bij pensioenfondsen en over mogelijk afnemende economische groei, en dat dit leidt tot extra sparen. Daar zit zeker wat in. Angst leidt altijd tot het zoeken naar veilige havens en een spaarrekening is bij de meeste Nederlandse banken een veilige haven bij uitstek. Desalniettemin overtuigt de redenatie niet volledig, omdat het totale spaarbedrag al decennialang toeneemt en het niet realistisch is dat we derhalve decennialang onzeker en angstig zijn.

Een andere oorzaak voor het hoge totaalbedrag is dat mkb-ondernemers meer zijn gaan sparen, in het bijzonder na de crisis. Zij werden tijdens en na de crisis geconfronteerd met zeer strenge kredieteisen en besloten daarom maar zelf voor hun eigen ‘groeivermogen’ te zorgen.

De column van good-old Jaap van Duijn in de Telegraaf van zaterdag bracht me nog op een ander idee. In zijn artikel fulmineerde Van Duijn tegen de onwezenlijke salarissen van Nederlandse ceo’s en stelde daarbij zijdelings dat het grootste deel van het salaris niet wordt geconsumeerd maar aan het economisch systeem wordt onttrokken. Het komt met andere woorden op een spaarrekening of in een beleggingsfonds.

Nu verdienen de meeste mensen uiteraard minder, maar wel zijn er sinds eind jaren tachtig, begin jaren negentig, steeds meer mensen met een HBO- of WO-opleiding met goedbetaalde banen. Niet zelden trouwen deze mensen met elkaar en dan is er al snel een huishoudinkomen van twee of drie keer modaal of meer. De kans dat na aftrek van vaste lasten, levensonderhoud, de kinderen en ‘leuke dingen doen’, nog wat geld resteert is dan aanzienlijk. Deze mensen hebben niet de behoefte om het overschot koste wat het kost op te maken en zetten dit dan maar op een spaarrekening.

Stel dat deze huishoudens per jaar gemiddeld €10.000 overhouden, dan heb je 100.000 huishoudens om een spaarbedrag van €1 mrd te genereren en 200.000 voor een bedrag van €2 mrd, et cetera. Het levert dan al snel een substantiële bijdrage aan de toename van het totale Nederlandse spaarbedrag.

GEEN REACTIES