500 JAAR FALEND TOEZICHT

Philips de Goede

Momenteel breken alle verzekeraars hun hoofd over Compliance met Solvency 2.
Het is overigens betreurenswaardig dat de markt zelf niet in staat is gebleken om orde op zaken te stellen (link zie: artikel uit 2015). De markt roept overheidsingrijpen ook zelf over zich af.
Verzekeraars en het intermediair moeten zich sinds jaar en dag houden aan stringente regels die vanuit de Nationale Overheid of vanuit de EU worden opgelegd. Hoe is het mogelijk dat de financiële sector zo traag is met het implementeren van heel gewone
regels en vereisten?

OFWEL…… hoe komt het dat de autoriteiten altijd achter de feiten aan lopen?

Dweilen met de kraan open
Falend toezicht is zo oud als de weg naar Rome.
Altijd zijn er lieden die op zoek gaan naar de gaatjes in de wetgeving. Dus blijft het dweilen met de kraan open voor de toezichthouders. Van goed rentmeesterschap is binnen de bedrijfstak al vele jaren geen sprake.

Philips de Goede

Terug in de tijd
Het verzekeringstoezicht in Nederland kent een lange voorgeschiedenis die
teruggaat tot in het Bourgondische tijdvak. Omstreeks 1430 werd hertog Filips
de Goede heerser van Holland en Zeeland.
In de loop van de vijftiende eeuw benoemde hij een Admiraal ter Zee.
Deze was belast met de jurisdictie in maritieme zaken.
In die tijd ontstond tevens de eerste verzekeringswetgeving. Zo werd bij
Ordonnantie van 15 februari 1458 een procesgang voorgeschreven voor alle
geschillen.

Hoekse en Kabeljauwse twisten
De eerste vorm van ondertoezichtstelling betrof de direct ingaande lijfrenten tegen
koopsom. Deze werden b.v. grootschalig door steden uitgegeven tegen de achtergrond van de Hoekse en Kabeljauwse twisten in de loop van de vijftiende eeuw, zodat zij hun oorlogen konden financieren.

Financieren van oorlogstoneel via lijfrente-koopsommen
Omdat de uitgifte van lijfrenten destijds nog op de bonnefooi gebeurde, zonder wiskundige
sterfteberekening en zonder leeftijdsonderscheid, begon de financiële positie van menige overheidsinstantie te verzwakken. Uit gedegen onderzoek bleek dat geen enkele Hollandse stad nog in staat was zijn verplichtingen op lange termijn ook na te komen.

De Rekenkamer
Vanaf 1514 werd de situatie zo nijpend dat de steden geen nieuwe lijfrenten meer mochten aanbieden, zonder voorafgaande toestemming van de overheid. Bij Ordonnantie van 6 juli 1515 (link) werd verder bepaald, dat de stedelijke boekhoudingen binnen zes maanden na afloop van ieder kalenderjaar moesten worden ingediend bij de Rekenkamer te ’s-Gravenhage, waar zij werden beoordeeld.
Het betrof hier dus een systeem met vergunningverlening vooraf, gecombineerd met repressief toezicht. Dat was 500 jaar geleden: toen al!

De recente geschiedenis van het toezicht kwam voor rekening van autoriteiten, zoals
De Verzekeringskamer
met toezicht op wetgeving als
– de Wet op het Levensverzekeringsbedrijf (WOL) 1923;
– de Wet op het Schadeverzekeringsbedrijf (WOS) 1964;
– de Wet Toezicht Schadeverzekeringsbedrijf WTS) 1986;
– de Wet Toezicht Verzekeringsbedrijf WTV) 1993.
Maar, nadat haar toezicht faalde, is haar taak overgenomen door DNB.

DNB De Nederlandse Bank
die kort daarop getrakteerd werd op het schandaal rond de DSB bank.

de SER
die moest toezien op wetgeving als
– de Wet Assurantie Bemiddeling (WAB) van 1954;
– de Wet Assurantie Bemiddelings Bedrijf (WABB) 1991.

de AFM
die het toezicht heeft op wetgeving als Wet op het financieel toezicht (Wft) 2007.
De AFM maakt zich sterk voor eerlijke en transparante financiële markten. Als onafhankelijke gedragstoezichthouder dragen wij bij aan duurzaam financieel welzijn in Nederland.”

Bedroevende constatering
Autoriteiten zijn per definitie gedoemd te falen, omdat  er altijd lieden zijn die op zoek gaan naar de mogelijkheden om de doelstellingen van wetgeving te omzeilen. En waar deze stevig dichtgetimmerd dreigt te worden, werd vanuit de markt bepleit dat er tijdig hiaten in de nieuwe wetgeving werden geïmplanteerd. De Wetgevers hadden dat niet door.

Genoemde instanties werden niet in staat gesteld het toezicht adequaat en effectief uit te voeren. Zij konden niet voorkomen dat consumenten verleid werden tot het aanschaffen van:
* woekerpolissen;
* schadeverzekeringen tegen betaling van een gefinancierde koopsom (Frisia);
* lijfrenteverzekeringen op basis van koopsom met fiscale aftrek;
* ondeugdelijke beleggingsproducten;
* ondeugdelijke Spaarproducten, enz. enz.
* co-assurantiepolissen, zonder exacte vermelding van de verzekeraars en hun aandelen.
Allemaal creatieve oplossingen voor zaken die het daglicht niet konden velen.

Solvency II : communicatie onontbeerlijk
Steeds strakker worden de wetgevende kaders waaraan de verzekeringsbedrijfstak zich
moet houden. CEO’s en CFO’s stellen vast, dat het contact met de werkvloer in de loop der jaren verloren is gegaan.

De communicatiebrug tussen de werkvloer en de top van zulke ondernemingen zou idealiter vervuld kunnen worden door een adequate database. Maar de werkvloer moet al sinds jaar en dag werken met tientallen, soms honderden oude en nieuwe computersystemen. De top van de bedrijven kan zo dus niet actueel in beeld krijgen wat er op de werkvloer aan de hand is.

Waar het overzicht ontbreekt, kan inzicht niet ontstaan.

Wordt binnenkort vervolgt : Schaamteloze bestuurders

 

 

GEEN REACTIES