Bankspaardeposito eigen woning uit garantiestelsel

Bij faillissement van een bank wordt de deposito eigen woning verrekend met de hypotheekschuld, ook als de hypotheek bij een andere bank is gesloten.

Omdat een bankspaardeposito altijd lager is dan de hypotheekschuld, komt de deposito uit op nul en hoeft geen beroep gedaan te worden op het garantiestelsel. Zou de deposito om de een of andere reden toch hoger zijn dan de schuld, dan kan voor het restant wel een beroep op de garantie gedaan worden.

Dit stelt de regering voor in de Wijzigingswet financiële markten 2014, dat ter consultatie aan de markt is aangeboden. De consultatietermijn sluit 18 oktober 2012. Reacties kunnen verstuurd worden via de website http://www.internetconsultatie.nl/wijzigingswetfm2014. Anders dan de naam van de wet doet vermoeden treedt de algemene zorgplicht in werking zodra de wijziging gepubliceerd is. De inwerkingtreding wordt niet aan een bepaalde datum gekoppeld en er is geen overgangstermijn.

Fiscale consequenties

Voor wat betreft de fiscale consequenties geldt de verplichte verrekening in feite als een deblokkering. De vrijstelling spaarrekening eigen woning is immers aan voorwaarden gebonden, waaronder de voorwaarde dat een belastingplichtige ten minste 15 of 20 jaar bedragen heeft overgemaakt naar de spaarrekening eigen woning. Indien de verplichte verrekening voor het verlopen van deze termijnen plaats zou vinden, zou de rentecomponent in de uitkering belast zijn in box 1. Om deze situatie te voorkomen wordt daarom in het wetsvoorstel bepaald dat wordt geacht te zijn voldaan aan de als hoofdregel geldende voorwaarde voor de vrijstelling spaarrekening eigen woning dat tenminste 15 of 20 jaar bedragen zijn overgemaakt.

Een andere fiscale consequentie is dat als gevolg van de verplichte verrekening de eigenwoningschuld wordt verminderd. Dit is doorgaans in het nadeel van de belastingplichtige, die, doordat hij minder hypotheekrente betaalt, een lagere hypotheekrenteaftrek geniet terwijl hij niet het oogmerk had zijn lening (deels) af te lossen. Als de belastingplichtige vervolgens zou overgaan tot verkoop van zijn eigen woning en aankoop van een nieuwe woning zou de belastingplichtige worden geconfronteerd met de bijleenregeling.

De fiscaal onaantrekkelijke gevolgen van dit wetsvoorstel kunnen echter door de belastingplichtige ongedaan worden gemaakt door bij een andere bank de lening te herfinancieren. In een beleidsbesluit van de Belastingdienst wordt immers met toepassing van de hardheidsclausule goedgekeurd dat bij herfinanciering de oude fiscale situatie in ere mag worden hersteld. De huidige tekst van dat beleidsbesluit staat deze goedkeuring slechts toe bij verrekening op grond van artikel 53 van de Faillissementswet. Bij aanvaarding van dit wetsvoorstel wordt deze goedkeuring uitgebreid tot situaties van verplichte verrekening op grond van artikel 3:265d van de Wet op het financieel toezicht.

Dit onderwerp wordt in de toelichting behandeld v/a pag. 26

Zie ook:

GEEN REACTIES