Zorgplicht bemiddelaar gaat verder dan melden van onderverzekering

Rabo vraagt als intermediair aan ASR het verzekerd bedrag te verhogen, maar neemt geen actie als een bevestiging uitblijft.

Rabobank neemt op eigen initiatief contact op met verzekerde om na te gaan of de verzekeringsdekkingen nog aansluiten bij de actuele situatie. Dat blijkt niet het geval: er is duidelijk sprake van onderverzekering met betrekking tot de waarde van de aanwezige goederen.

Rabo meldt dit telefonisch aan een medewerker van ASR. In dat gesprek komt de noodzaak van verhoging van de verzekerde som aan de orde en ook de vraag of als gevolg van deze verhoging toepassing kon worden gegeven aan een bepaalde premiestructuur (hoog-laagpremie c.q. seizoenspremie). Rabo bevestigt een en ander in een mail: “Graag op bovengenoemde polis het verzekerde bedrag voor aardappelen verhogen naar 2 miljoen. Het gaat om aardappelen en uien aanwezig op dit adres. In de zomer staan de schuren leeg. Derhalve Graag kijken of de premie verlaagd kan worden. Ik zie uw reactie tegemoet.”

Die reactie blijft uit, waarschijnlijk komt dat mede omdat een email-adres gebruikt is dat al twee jaar niet meer in gebruik was (nl.fortis.com in plaats van asr.nl).

Drie weken na het versturen van de mail breekt brand uit. In verband met onderverzekering wordt een bedrag van ruim € 450.000 niet uitgekeerd.

Rabo beroept zich op het telefoongesprek en de e-mail, maar vangt bot bij de rechtbank Midden-Nederland.

Het telefoongesprek is op band opgenomen. Daaruit blijkt dat voor ASR duidelijk moet zijn geweest dat er behoefte bestond aan een verhoging van het verzekerde bedrag, maar van een duidelijke melding dat die verhoging direct moest ingaan en een acceptatie door ASR is geen sprake geweest. Bovendien heeft Rabo zelf aangegeven dat zij dit nog zou mailen en dat zij de verhoging wilde koppelen aan een verzoek tot premieherziening.

Uit de tekst van de mail blijkt ook niet dat sprake was van een bevestiging, maar van een verzoek.

De rechtbank: “Voor Rabobank was als geen ander duidelijk dat sprake was van onderverzekering. De directe actie in de richting van ASR was dan ook gerechtvaardigd, maar niet voldoende. Immers, gebleken is dat de email door ASR onbeantwoord bleef. Dat had Rabobank tot nadere actie moeten aanzetten, nu de belangen van haar cliënt daartoe noodzaakten. Het standpunt van Rabobank dat het stilzwijgen van ASR Rabobank niet bevreemdde, kan de rechtbank niet begrijpen. Immers, het ging om een situatie van acute onderverzekering, een substantiële verhoging van de verzekerde som en mogelijk ook een behoorlijke consequentie voor de te betalen premie. Het had op de weg van Rabobank gelegen om in het kader van een behoorlijke taakuitoefening als assurantietussenpersoon, bij stilzwijgen zelf opnieuw contact te zoeken en duidelijkheid te krijgen.”

“Zou dit in een normale situatie al mogen worden verwacht van een behoorlijk handelend assurantietussenpersoon, in het onderhavige geval klemde dat des te meer, nu Rabobank gebruik maakte van een emailadres dat een duidelijk verouderde extensie had.” Onder eerdere emails van ASR stond het te gebruiken emailadres, zodat dit aan Rabobank als professionele partij, voldoende duidelijk kon zijn. Verder overweegt de rechtbank “dat gebruik van elektronisch berichtenverkeer risico’s met zich brengt, waaronder een algemeen bekend gegeven dat een bericht niet aankomt. Het ligt op de weg van de gebruiker zich van de ontvangst te vergewissen.”

“Bij deze stand van zaken kan aan ASR geen verwijt worden gemaakt dat zij (nog) niet was overgegaan tot verhoging van de verzekerde som. De vordering van Rabobank wordt dus afgewezen. Hetgeen zij nog meer heeft aangevoerd kan niet tot een ander oordeel leiden en behoeft geen verdere bespreking.”

Het volledige vonnis

GEEN REACTIES