Werkgeverspremies stijgen in 10 jaar met 52%

Het grootste deel van de werkgeverspremies betreft de pensioenpremies, die in 2009 ruim 9% van de loonkosten

vormden.

Andere grote posten zijn de werkgeverspremies voor arbeidsongeschiktheid en de Zorgverzekeringswet. Ook het doorbetaald loon bij ziekte wordt gerekend tot de sociale premies ten laste van werkgevers. Tussen 2001 en 2009 zijn de werkgeverspremies pensioen met 80% gestegen. De werkgeverspremies voor de Zorgverzekeringswet zijn eveneens sterk gegroeid.

Daarentegen bleven de werkgeverspremies voor arbeidsongeschiktheid stabiel.

De stijging van de gemiddelde loonkosten per gewerkt uur tussen 2001 en 2011 met 33 procent is voor een deel het gevolg van veranderingen in de samenstelling van de werknemerspopulatie.

Doordat het aandeel van werknemers met relatief hoge loonkosten (zoals hoger opgeleide werknemers en oudere werknemers) toenam, stegen de gemiddelde loonkosten per gewerkt uur.

Teneinde de zuivere prijsontwikkeling te kunnen meten, moet gecorrigeerd worden voor veranderingen in de samenstelling van de populatie. In de periode 2001–2011 bedraagt dit structuureffect bijna 6%. De zuivere stijging van de loonkosten per gewerkt uur in deze tien jaar komt uit op 26%. Dit is de stijging van de prijs van arbeid. Ter vergelijking, in dezelfde periode bedroeg de stijging van de consumentenprijzen 20%.

Deze cijfers zijn ontleend aan het artikel ‘Een nieuwe loonkostenstatistiek: de prijs van arbeid’ van Han van den Berg en Nathalie Peltzer in Sociaaleconomische trends 2e kwartaal 2012

GEEN REACTIES