Wanneer is levenvergunning genoeg voor “pensioenadvies”?

Een levenvergunning volstaat in het geval de pensioenregeling expireert en de werkgever niet langer een rol speelt in de nieuwe verzekering.

In principe, schrijft de AFM in haar nieuwsbrief, is altijd een pensioenvergunning nodig om advies te geven over een (tweedepijler) pensioenproduct. “Er bestaat echter een uitzondering die volgt uit de definitie van een pensioenverzekering die in artikel 1 van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft is opgenomen. U heeft geen pensioenvergunning nodig als gelijktijdig aan twee eisen wordt voldaan:

  • de door de werkgever afgesloten (verzekerde) pensioenregeling expireert (einde opbouwfase); en
  • de werkgever speelt niet langer een rol in de nieuwe verzekering (de uitkeringsfase).

Voorbeeld situatie waarin u geen pensioenvergunning nodig heeft

Een werknemer wint zelfstandig advies in (of laat voor zich bemiddelen) over de verschillende mogelijkheden om opgebouwde pensioenaanspraken te laten uitkeren.
De werkgever speelt hierin geen rol. In deze situatie mag u adviseren of bemiddelen op basis van een vergunning voor levensverzekeringen.

Let op: hoewel in deze situatie een pensioenvergunning niet vereist is, gaat het advies wel over (ouderdoms)pensioen zoals dat tussen de werkgever en werknemer is overeengekomen. Dit betekent dat naast de Wft ook de Pensioenwet van toepassing is op de financiële producten die in dit verband worden afgesloten.”

De pensioendefinitie in art. 1 Bgfo luidt:

“pensioenverzekering: levensverzekering die een werkgever afsluit ten behoeve van zijn werknemers, waaronder de directeur-grootaandeelhouder, bestaande uit een ouderdomspensioen of nabestaandenpensioen als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet

GEEN REACTIES