Vrijmaken verzekeringen ruïneert businessmodel van verzekeraars

Kabinet doet aan tendentieuze communicatie door te spreken van beklemd vermogen; het gaat om bestemd vermogen.

Leo de Boer, directeur Verbond van Verzekeraars, heeft zijn boodschappen tijdens het UvA Minisymposium Verzekeraars en langetermijngaranties en investeringen’ verpakt in diplomatieke taal en in een welwillende toonzetting. De kern van zijn betoog is echter duidelijk: Het kabinet zal op een aantal beleidsvoornemens moeten terugkomen. Gebeurt dat niet, dan komt niet alleen het businessmodel van levensverzekeraars in gevaar, maar daarmee ook de mogelijkheid om op lange termijn te investeren in de Nederlandse economie.

Enerzijds heeft het kabinet het plan geopperd om kapitalen van KEW’s voortijdig vrij te geven. Met dat geld kunnen consumenten een deel van hun hypotheek aflossen. Aan de andere kant proberen dezelfde bewindslieden pensioenfondsen en levensverzekeraars bewegen om meer te investeren in de Nederlandse economie. Wat levensverzekeraars betreft mag de regering zijn zegeningen weleens tellen: ruim 55% van hun vermogen wordt al in ons land belegd.

Het mag duidelijk zijn dat het voornemen om een behoorlijke hap uit het vermogen van verzekeraars weg te nemen moeilijk valt uit te leggen als een impuls om lange termijn investeringen te stimuleren.

In de woorden van De Boer: “Met pensioenen, lijfrentes, kapitaalverzekeringen voor aflossing van de hypotheek, etc. zet je geld apart voor later. De politiek noemt dat ’beklemd vermogen’. Dat is een vorm van framing; niemand wil dat er iets klem zit. Ik noem het bestemd vermogen. Bestemd voor het aflossen van een hypotheek of voor het opbouwen van een goed pensioen. Dat Nederlanders daar gevoelig voor zijn, is een groot goed en verklaart mede waarom ons land er macro-economisch gezien nog relatief goed voor staat: we hebben tenslotte nog geld in potjes. Dat is beter dan geen potjes te hebben. Deze langetermijnspaarzin is ook de kern van het businessmodel van een levensverzekeraar: lange termijn illiquide verplichtingen maken het mogelijke op lange termijn, door de cycli heen, te beleggen en daarmee rendement te behalen en tegelijkertijd een stabiliserende rol in de economie te spelen. Verzekeraars kijken per definitie naar de langere termijn. Maar dat ziet niet iedereen, getuige de aanval van medio augustus op de kapitaalverzekeringen bestemd voor de aflossing van de hypotheek. Vervroegd aflossen helpt de banken misschien, maar verteert de pot voor de klant en ruïneert het business model van verzekeraars.

Deze relatie tussen langetermijnverplichting, langetermijninvestering en de maatschappelijke rol van bestemd vermogen moeten we dus goed voor ogen houden.”

Solvency 1,5

Leo de Boer gaat uitgebreid in op de Europese regelgeving en met name op het herhaaldelijk uitstellen van Solvency I. In de wandelgangen wordt al gesproken over invoering in 2017.
Verzekeraars zijn graag bereid om vooruit te lopen op deze regels, maar, waarschuwt De Boer, “Nederland moet niet als enige al delen van Solvency II in de nationale wetgeving implementeren”. Dat frustreert het Europese gelijke speelveld en geeft grote problemen van voor verzekeraars die in verschillende landen actief zijn. “Stelt u zich voor dat sommige onderdelen van zo’n verzekeringsgroep in het ene land nog onder het ‘oude’, huidige, Solvency I regime zouden vallen en in het andere land, bijvoorbeeld Nederland, al onder iets dat erg lijkt op Solvency II. Hoe krijg je risico’s dan goed in kaart en gekalibreerd? Hoe moet je daarover als groep rapporteren als je met ‘appels’ in het ene onderdeel werkt en met ‘peren’ in het andere onderdeel? Hoe leg je het je klanten en aandeelhouders uit? Kortom: zeer gecompliceerd en intransparant en bovendien kostenverhogend.

Kapitaal aantrekken wordt duurder waarmee we uiteindelijk de Nederlandse sector geen goed doen, maar ook de klant niet helpen! En daar is de wetgeving in the end uiteindelijk voor bedoeld, bescherming van de klant! Ons goed voorbereiden op Solvency II op vrijwillige basis is op zich natuurlijk een goede zaak, maar wettelijke verplichtingen die te sterk afwijken van de andere lidstaten is geen goede zaak voor onze markt en onze klanten!

Beleggers in Nederlandse verzekeraars snappen het niet goed en kunnen dit potentiële ‘zwaard van Damocles’ vertalen in een lagere waardering en het beleggen in een beursgenoteerde verzekeraar wellicht minder of in het geheel niet meer aantrekkelijk vinden. Bovendien zal ook het aantrekken van kapitaal duurder worden, dus een ‘double whammy’! Wij hebben daarvoor nadrukkelijk gewaarschuwd. Dit kan de positie van de Nederlandse verzekeringsindustrie, de belangen van de klant, en ook de economie in zijn geheel schaden. En daar zit niemand op te wachten.”

De boodschap is duidelijk: De Nederlandse overheid maakt graag gebruik van de maatschappelijke functie die verzekeraars vervullen, maar dan mag je op zijn minst verwachten dat zij niet met de botte bijl inhakken op de randvoorwaarden die dat functioneren mogelijk maken.

GEEN REACTIES