Vermelding NEN-1010-clausule in brandpolis moet duidelijker

Hof Leeuwarden concludeert dat aangenomen moet worden dat verzekerde niet bekend was met de clausule en er dus geen sprake was van wilsovereenstemming.

In een horeca brandpolis is op het polisblad vermeld dat ‘clausule 27’ van toepassing is. Uit het Clausuleblad bedrijven blijkt dat in deze clausule de NEN 1010 clausule is opgenomen. Heel kort gezegd houdt deze clausule in dat elektrische installaties aan de NEN-veiligheidsvoorschriften moeten voldoen.

Dit arrest gaat over een brand waardoor een hotel uitbrandt. De verzekeraar laat de oorzaak van de brand onderzoeken en ook of de instal;laties aan de NEN 1010-veiligheidsbepalingen voldeden.

Verzekeraar stelt dat de brand is ontstaan door een gebrek in de elektrische installatie. Verzekerde heeft de veiligheidsvoorschriften van NEN 1010 niet of onvoldoende in acht genomen en dus hoeft op grond van de polisbepalingen er geen schade-uitkering te volgen. De NEN 1010-clausule is immers, aldus verzekeraar, te beschouwen als een kernbeding.

Kernbeding

Van een kernbeding is sprake indien het gaat om een beding dat zo wezenlijk is voor de afbakening van de verzekerde risico’s dat het al dan niet deel uitmaken daarvan van de polisvoorwaarden de schadelast en daarmee de premiestelling rechtstreeks beïnvloedt.

De hier aan de orde zijnde NEN 1010-clausule stelt de dekkingsomvang van de verzekering afhankelijk van het voldoen van de elektrische installatie van het hotel aan de veiligheidsvoorschriften voor laagspanningsinstallaties die zijn neergelegd in de NEN 1010-norm. Het hof is daarom van oordeel dat deze clausule een kernbeding is.

Tot zover krijgt de verzekeraar gelijk. Maar vervolgens komt nog een belangrijke vraag aan de orde: kon verzekerde weten dat hij met verzekeraar een dergelijk kernbeding was overeengekomen=

Ja, zegt verzekeraar, verwijzend naar clausule 27.

Nee, zegt het hof, want de clausule is niet als kernbeding herkenbaar aan verzekerde gepresenteerd.

“Op het polisblad is immers slechts vermeld dat ‘clausule 27’ van toepassing is, waarbij wordt verwezen naar een niet nader omschreven clausuleblad.  De tekst van deze clausule is niet afgedrukt op het polisblad, noch wordt op andere wijze uit het polisblad duidelijk dat het hier gaat om de NEN 1010-clausule, welke betrekking heeft op de primaire dekkingsomschrijving.

Het hof concludeert dat, nu aangenomen moet worden dat verzekerde niet bekend is geweest met de NEN 1010-clausule, de wil van verzekerde niet gericht is geweest op de aanvaarding van die clausule.

Verzekeraar heeft in het licht hiervan niet althans onvoldoende onderbouwd gesteld dat zij ondanks die ontbrekende wil van verzekerde redelijkerwijze er vanuit mocht gaan dat tussen partijen een verzekeringsovereenkomst met deze NEN 1010-clausule tot stand is gekomen.

Het hof komt aan de hand van de artikelen 3:33 en 3:35 BW daarom tot het oordeel dat de wilsovereenstemming tussen partijen zich niet heeft uitgestrekt tot de inhoud van de NEN 1010-clausule. Dit betekent dat deze clausule tussen partijen niet geldt en dat verzekeraar gehouden is dekking te verlenen voor de door verzekerde geleden schade.

Vaker onduidelijkheid

In het verleden hebben zich meer zaken voorgedaan waarbij na een brand de NEN-clausule in de perceptie van de verzekerde als een konijn uit de hoge hoed werd getoverd.

Het lijkt verstandig dat niet volstaan wordt met een verwijzing naar NEN 1010, of – nog erger – met een verwijzing naar een clausulenummer waarvan de NEN 1010 ‘geacht wordt onderdeel uit te maken’. Verzekeraars zoueen lering uit dit arrest trekken en verzekerden er duidelijker op moeten wijzen dat de installaties aan de veiligheidsvoorschriften van NEN 1010, eventueel onder verwijzing naar de clausule, gepubliceerd op een aparte landingspagina op de website of door een uittreksel (met verwijzingen) als bijlage aan de polisvoorwaarden toe te voegen.

Het volledige arrest

GEEN REACTIES