Spaargeld huishoudens groeit €15 mrd in 2018

De rente die banken geven, is bijna nul, maar huishoudens blijven hardnekkig vasthouden aan sparen, zo blijkt uit statistieken van toezichthouder DNB.

In 2018 groeide het bedrag dat huishoudens hebben gestald op spaarrekeningen met €15 mrd naar ruim €360 mrd. Het grootste deel daarvan, iets meer dan 300 miljard, zijn zogeheten deposito’s met opzegtermijnen (bv internetspaarrekeningen) en nam vorig jaar toe met zo’n 11 miljard euro. De deposito’s met een vaste looptijd groeiden met ongeveer €2 mrd naar bijna 54 miljard euro.

Sinds 1998 is het totale spaarbedrag van huishoudens bijna verdrievoudigd. Begin 1998 bedroeg het spaargeld nog ‘slechts’ €119 mrd. In 2008 was dit al gegroeid naar 266 miljard euro, een plus van bijna 150 miljard. Dat de afgelopen tien jaar de toename ‘maar’ €95 mrd bedroeg, komt voor een deel door de lagere rentevergoeding (en dus minder rente op rente) en voor een deel doordat huishoudens sinds 2012 meer geld opnamen vergeleken met de jaren daarvoor. Bijvoorbeeld om extra af te lossen op de hypotheek of om een grote aankoop te doen (auto, tv, koelkast, etc).

De daling van de spaarrente valt in de statistieken van DNB goed waar te nemen in de rentebedragen die in de maand januari zijn bijgeschreven, traditioneel de maand met de meeste bijschrijvingen. In januari 2012 was dit nog €3,6 mrd, in januari 2018 is dit gedaald naar €677 mln en de verwachting is dat het in januari van dit jaar verder is gedaald.

GEEN REACTIES