OvFD reageert op Wijzigingsbesluit financiële markten 2011

“Geef financiële dienstverleners de mogelijkheid om alle nieuwe regels in de bedrijfsvoering te implementeren voordat er weer nieuwe maatregelen worden getroffen.” De OvFD heeft steeds gepleit voor rust in de branche.  Het spijt de OvFD dan ook dat ze opnieuw moet constateren dat via het onderhavige wijzigingsbesluit artikel 149a binnen een jaar na vaststelling al weer wordt gewijzigd.

Om een dergelijke wijziging te rechtvaardigen moet je uitgaan van twee criteria, namelijk proportionaliteit en het feit of er concrete klachten zijn, zoals de minister ook terecht vermeldt in het algemeen overleg van 3 december 2009. De onderhavige wijziging van artikel 149a lid 3 voldoet aan geen van beide criteria; er zijn geen concrete klachten en de wijziging is buitenproportioneel. Het nieuwe artikel 149a is bovendien praktisch oncontroleerbaar en onuitvoerbaar, zeker wanneer je in aanmerking neemt dat artikel 149a uitsluitend ziet op een specifieke range van financiële producten.

Verder heeft de OvFD aangegeven dat het haar bevreemdt dat op dit moment wijzigingen worden voorgesteld, terwijl de evaluatie van de Wft loopt. Na de zomer weten we de uitkomsten van deze evaluatie. De OvFD is van mening dat tot die tijd geen wijzigingsvoorstellen, los van technische correcties, moeten worden aangenomen.

De OvFD wijst erop dat een serviceprovider niet door de Wft maar door de aanbieders is aangewezen als ‘bemiddelaar’. Daardoor worden alle Wft-regels van toepassing verklaard op providers. Dat is niet proprotioneel, onnodig en leidt tot onwerkbare situaties, aldus de OvFD (Zie ook onder documenten: ‘Ontwerpbesluit Wijzigingsbesluit financiële markten 2011’).

GEEN REACTIES