Protocol zonnepaneel incidenten opgesteld

Protocol zonnepaneel incidenten opgesteld
© Ulrike Leone, Pixabay

Het Verbond van Verzekeraars, de VOAM en Stichting Salvage hebben gezamenlijk een onderzoeksprotocol ‘Zonnepaneel incidenten’ opgesteld. Doel van het protocol is dat alle betrokken partijen weten wie wat moet doen na een incident waarbij zonnepanelendeeltjes zijn vrijgekomen.

Twee jaar geleden pleitte het Instituut Fysieke Veiligheid er al voor de risico’s rond brand met zonnepanelen in kaart te brengen en een landelijke richtlijn op te stellen. Dit vanwege de stijging van het aantal branden met zonnepanelen, die soms onvoorziene gevolgen hebben voor de omgeving: bij een aantal branden waren bijvoorbeeld glasscherven en andere brokstukken op gewassen terechtkomen. Daardoor moesten oogstactiviteiten worden gestopt en vee moest op stal.

Wie is verantwoordelijk

Het nieuwe protocol bevat nog geen risico-inventarisatie maar wel een handelingsaanpak. Want tot nu toe is in de dagelijkse praktijk lang niet altijd duidelijk wie verantwoordelijk is voor het opruimen van zonnepanelendeeltjes na een incident. En zeker bij grootschalige branden kunnen de deeltjes zich kilometers ver verspreiden. “Dat leidt geregeld tot vragen bij boeren, omwonenden, hulpdiensten en andere betrokkenen over de taken en verantwoordelijkheden van de verschillende partijen”, schrijft de Vereniging voor Onderzoek en Advies Milieugevaarlijke stoffen (VOAM) in het onderzoeksprotocol.

Een van de belangrijkste aspecten van het protocol is dan ook dat vooraf duidelijk is hóe het onderzoek wordt uitgevoerd, reageert VOAM-bestuurslid Hans de Jong. “Met achteraf-discussies komen we niet veel verder.”

Dynamisch document

Het protocol is een dynamisch document geworden dat direct aangepast kan worden als dat nodig is. Bijvoorbeeld als uit nieuw onderzoek zou blijken dat er zware metalen met het bluswater in de bodem verdwijnen. Als basis is het protocol ‘Incidenten na asbestbranden’ als basis genomen, maar de maatregelen die bij zo’n brand gelden zijn losgelaten. De Jong: “Zonnepanelen vormen een ander risico, dat eventueel ook later kan ontstaan. Bijvoorbeeld als een kind met die zonnepanelendeeltjes gaat spelen of als koeien de glassplinters opeten. De term ‘gevaarlijk’ moet bij zonnepanelen anders worden ingevuld dan bij asbest.”

‘Eerste versie’

Beleidsmedewerker Geerlof Van Loo van Stichting Salvage ziet het protocol vooral als een belangrijk startpunt. “Het is een handvat, dat wij in de dagelijkse praktijk hard nodig hebben, omdat de overheid bij zonnepanelen nog niet heeft vastgesteld in welke concentratie de deeltjes wel of niet schadelijk zijn. Dit protocol biedt ons, maar ook andere betrokkenen een gestructureerde aanpak. Wij hebben al van diverse andere partijen, waaronder het RIVM, begrepen dat zij dit protocol alleen maar toejuichen. In die zin beschouwen wij het als een eerste versie. Het zou mooi zijn als er in versie twee naast nieuwe inzichten ook meer partijen worden betrokken die meer kunnen zeggen over de risico’s in de praktijk, zoals de diergeneeskundige dienst of LTO Nederland, maar dit is al een heel mooie start.”

Het onderzoeksprotocol gaat vandaag, 1 september in. Gerard Toorenaar van de Zeeuwse Verzekeringen: “Branden met zonnepanelen zijn nog een betrekkelijk nieuw risico. Vanaf nu hebben alle betrokkenen meteen na de brand duidelijkheid wie wat doet. Die regie is de grootste winst voor verzekeraars.”

Bron: Verbond van Verzekeraars

 

 

GEEN REACTIES