Overwaarde eigenwoning: Nederlander is steenrijk maar geldarm

Gepensioneerden hebben een gemiddelde overwaarde per huis van 257.000 euro. De potentie om te verzilveren is er, maar geldverstrekkers voorzien hier nauwelijks in.

De Taskforce Verzilveren, een initiatief van maatschappelijke organisaties, financiële partijen en overheidsinstellingen, heeft zich gebogen over een actueel probleem: hoe is de overwaarde in het eigen huis te verzilveren als het inkomen of pensioen ontoereikend is? De totale overwaarde van het woningbezit in Nederland bedraagt ook nu nog ruim 500 miljard euro. De Taskforce onderzocht praktische belemmeringen en verkende nieuwe mogelijkheden om het in de eigen woning ‘opgesloten geld’ vrij te maken. Zij ziet onder andere kansen in een zorghypotheek en in besteding van het pensioen voor grotere uitgaven. Voor het benodigde vertrouwen in de vereiste complexe financiële producten, moeten publieke en private partijen samenwerken.

Het rapport ‘Eigen haard is zilver waard’ laat zien dat veel gepensioneerden extra financiële armslag goed kunnen gebruiken of hard nodig hebben, maar niet in staat zijn om de overwaarde van hun huis te gelde te maken. Zij zijn als het ware steenrijk maar geldarm.

Uitgangspunt voor de Taskforce is dat het huis niet hoeft te worden verkocht. Mensen willen zo lang mogelijk zelfstandig en zelfredzaam in het eigen huis blijven wonen. Deze wens komt overeen met het collectieve belang van kostenbeheersing in de zorg en is in lijn met de toenemende eisen aan de kwaliteit van leven bij het ouder worden.

Hoe ouder men wordt, hoe hoger het bedrag aan eigen geld is dat in het eigen huis vastligt. De 50-plussers hebben een aandeel van bijna 80% in de totale overwaarde in Nederlandse huizen. De huidige gepensioneerden hebben circa 38% van de totale overwaarde in bezit, met een gemiddelde overwaarde per huis van 257.000 euro. De potentie om te verzilveren is volop aanwezig, maar nauwelijks te benutten omdat banken en andere geldverstrekkers hier niet of nauwelijks meer in voorzien.

Gevolg is dat veel huishoudens tot op hoge leeftijd alleen maar kunnen blijven sparen.

Veel 65-plussers hebben maar een kleine buffer aan beschikbaar eigen geld of hebben een laag inkomen: 437.000 huishoudens hebben een vermogen onder de belastingvrije drempel, 332.000 huishoudens hebben een bruto inkomen dat minder is dan modaal (33.000 euro) en voor 223.000 huishoudens geldt beide. Voor sommige van deze huishoudens kan verzilveren van de overwaarde wel de vaak hoognodige extra armslag geven.

Omkeerhypotheek

In de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk wordt de mogelijkheid om te verzilveren wel aangeboden en benut. Veelal via een omkeerhypotheek of ‘verkoop-en-terughuur’ constructie. Bij de omkeerhypotheek blijft de bewoner de eigenaar, en bij ‘verkoop-en-terughuur’ verandert het eigendom, waardoor de voormalige huiseigenaar huurder wordt. In het buitenland zijn er vele variaties op de twee verzilverproducten.

Waarom kan dit in het buitenland wel, maar lukt het in Nederland niet?

Woning is spaarpot

De Taskforce erkent dat vertrouwen in de complexe verzilverproducten een noodzakelijke voorwaarde is om de markt voor het verzilveren van de waarde van het huis in Nederland tot ontwikkeling te brengen. Het is daarom van belang, dat dergelijke producten voor consumenten begrijpelijk en door en door betrouwbaar zijn. Dit pleit voor gezamenlijke voorlichting van maatschappelijke organisaties en financiële partijen. De huidige leden van de Taskforce kunnen daarin een voortrekkersrol vervullen.

Nederlanders zouden meer moeten beseffen, dat een huis niet alleen is om in te wonen, maar dat het op latere leeftijd ook een bron van inkomen kan zijn.

De omkeerhypotheek en ‘verkoop-en-terughuur’ bieden beiden mogelijkheden om ouderen meer vrije bestedingsruimte te geven en het inkomen aan te vullen.

GEEN REACTIES