Overheid gaat schijnzelfstandigheid zzp-ers aanpakken

De VAR wordt vervangen door een webmodule waarop ook een opdrachtgever zijn handtekening moet zetten.

Met de VAR beoordeelt de Belastingdienst vooraf de arbeidsrelatie tussen opdrachtnemer en opdrachtgever. De fiscus baseert zich hierbij op de gegevens die de opdrachtnemer verstrekt. Blijken die gegevens achteraf niet te kloppen met de feitelijke situatie, dan ligt het risico daarvoor bij de zzp-er als opdrachtnemer. De opdrachtgever wordt door de VAR gevrijwaard van mogelijke naheffingen.

“Deze systematiek heeft tot een niet voorziene extreme groei van het aantal VAR-aanvragen geleid, die zodanig is dat in de gewenste snelle beslissing op de aanvraag alleen kan worden voorzien door een automatisch of semiautomatisch afgifte van de VAR. Hierdoor kunnen de VAR-aanvragen niet goed grondig inhoudelijk worden beoordeeld Ook het aantal controles achteraf dat de Belastingdienst op de juistheid van de feiten en omstandigheden van arbeidsrelaties van VAR-houders kan doen, is onvoldoende om bij de ontstane omvang van het aantal VAR-aanvragen in de bestaande systematiek onjuist gebruik en misbruik van de VAR in voldoende mate te kunnen voorkomen”, schrijft staatssecretaris Weekers aan de Tweede Kamer.

Het kabinet is van mening dat de verdeling van verantwoordelijkheden momenteel te eenzijdig bij de opdrachtnemer is komen te liggen. Voor opdrachtgevers is er vrijwel geen prikkel om te bezien of de door de opdrachtnemer ingevulde (verwachte) feiten en omstandigheden daadwerkelijk overeenkomen met de wijze waarop de arbeid feitelijk wordt verricht, terwijl de opdrachtgever wel degelijk medeverantwoordelijk is voor de vormgeving van de arbeidsrelatie.

Om aan deze situatie een eind te maken installeert de overheid een webmodule bij de Kamer van Koophandel. De module moet een integraal onderdeel worden van het Ondernemersplein en moet in 2013 gereed zijn. De webmodule zal allereerst worden gebruikt als vervanging van de VAR. Deze ziet dan op fiscale- en socialezekerheidswetgeving. In de toekomst is het streven om de webmodule verder te ontwikkelen en te beoordelen of deze inzetbaar kan worden voor alle wetgeving waar de vraag speelt wie zelfstandige is. In dezelfde brief onderbouwt Weekers de stelling dat een eenduidige wettelijke definitie van het begrip zzp-er niet mogelijk is.

De webmodule brengt de aansprakelijkheid van de opdrachtgever voor mogelijke schijnzelfstandigheid terug. Ook de opdrachtgever moet zijn handtekening namelijk op de webmodule plaatsen.

“Hierbij wordt vooral gedacht aan de afspraken van de opdrachtgever en opdrachtnemer die van invloed zijn op de kwalificatie van de arbeidsrelatie zoals bijv, afspraken over vakantiedagen, werktijden enz. Alleen voor die feiten en omstandigheden zet de opdrachtgever zijn handtekening onder de uitkomsten van de webmodule. Zolang de werkzaamheden plaatsvinden in de omstandigheden waaronder de handtekening staat, kan de opdrachtgever een zzp’er inhuren zonder risico op naheffing.”

Schijnconstructies

Weekers: “Hoewel de meerderheid van de VAR-aanvragers goedwillende zzp’ers zijn en zowel opdrachtgevers als opdrachtnemers baat hebben bij de rechtsgevolgen die aan de VAR verbonden zijn, bereiken mij signalen uit zowel de Belastingdienst als de praktijk dat op grote schaal gebruik wordt gemaakt van de VAR op een wijze waar ik grote vraagtekens bij zet. Ik laat deze signalen nader onderzoeken.

Het kabinet acht het dan ook van groot belang dat schijnzelfstandigheid als gevolg van misbruik van het systeem wordt tegengegaan. Omdat zowel werkgevers als werknemers er baat bij kunnen hebben dat de werknemer door de Belastingdienst als winstgenieter wordt aangemerkt, heeft dit tot gevolg dat schijnconstructies kunnen worden opgezet. (…)Herstel van de balans in verantwoordelijkheid bij de kwalificatie van de arbeidsrelatie tussen opdrachtnemer en opdrachtgever draagt naar verwachting van het kabinet in belangrijke mate bij aan het voorkomen van schijnconstructies.”

GEEN REACTIES