Ook verzekeraars moeten reëel pensioencontract kunnen uitvoeren

Het wetsvoorstel voor een nieuw pensioenstelsel moet uitgaan van het principe ” same risks, same rules, same capital”.

Directeur Harold Herbert van het Verbond van Verzekeraars gebruikt deze term in zijnconsultatie reactie met betrekking tot de solvabiliteitseisen. Maar ook bij andere onderwerpen legt de verzekeraarskoepel de nadruk op het bestaande ongelijke speelveld tussen pensioenfondsen en verzekeraars.

Het is aan werkgevers en werknemers om de inhoud van een regeling overeen te komen. Het is dan voor hen belangrijk om volledige keuzevrijheid te hebben. Dat geldt voor het soort contract – reëel of nominale garantie – maar ook voor de uitvoerder. Daarom is het van groot belang dat ook verzekeraars het reële pensioencontract kunnen uitvoeren. “ Werkgevers en werknemers worden anders beperkt in hun keuzemogelijkheden, zowel ten aanzien van de invulling van hun pensioencontract als ten aanzien van de uitvoering daarvan. Ook werkgevers en werknemers die niet (verplicht) zijn aangesloten bij een pensioenfonds moeten kunnen kiezen voor een nieuw evenwicht tussen zekerheid, ambitie en prijs. Dit belang wordt, zoals blijkt uit het Uitwerkingsmemorandum Pensioenakkoord, ook gezien door de Stichting van de Arbeid. De wettelijke mogelijkheid moet voor pensioenfondsen en verzekeraars gelijktijdig worden gerealiseerd. Daarnaast moet de keuzemogelijkheid van een herverzekerd pensioenfonds in stand blijven. Tevens is het voor werkgevers en werknemers van belang dat zij ook bij uitvoering van een reële ambitieovereenkomst door een verzekeraar kunnen kiezen voor al dan niet invaren van bestaande pensioenaanspraken en –rechten.”

Het Verbond geeft aan hoe dit wettechnisch eenvoudig opgelost kan worden, namelijk door de wetswijzigingen voor het reële contract en de aanpassingsmechanismen in het algemene deel van de Pensioenwet op te nemen en niet alleen in het deel dat specifiek op pensioenfondsen betrekking heeft.

LAM

In de memorie van toelichting staat dat het kabinet het mogelijk wil maken dat bij het nominale contract kan worden gekozen voor het levensverwachtingsaanpassingsmechanisme (LAM), waardoor bestaande pensioenaanspraken en –uitkeringen kunnen worden aangepast aan de ontwikkeling van de levensverwachting. Het Verbond ziet graag dat dit wordt doorvertaald naar uitkeringsovereenkomsten die worden uitgevoerd door verzekeraars.

Belangrijk is ook dat het nieuwe pensioencontract een consequente doorvertaling krijgt naar premie- en kapitaalovereenkomsten zodat een logisch en consistent juridisch kader voor vormgeving van pensioenovereenkomsten ontstaat. De mogelijkheid om een LAM en/of aanpassingsmechanisme voor financiële schokken (AFS) toe te passen, moet ook beschikbaar komen voor premieovereenkomsten bij directe aanwending van de premie voor inkoop van een uitkering en bij kapitaal- en premieovereenkomsten bij aanwending van het (beleggings)kapitaal op de pensioendatum.

Deelnemers met een premie- of kapitaalovereenkomst kunnen dan kiezen voor aankoop van een met een LAM en/of AFS aanpasbare uitkering of een uitkering met een nominale garantie.

Same risks, same rules, same capital

De solvabiliteitseisen moeten naadloos aansluiten bij de mate van zekerheid die de deelnemer/pensioengerechtigde is toegezegd. De solvabiliteitseisen moeten niet louter zijn gebaseerd op de juridische entiteit van de pensioenuitvoerder. Het basisbeginsel ‘same risks, same rules, same capital’ vinden wij hiervoor een goed uitgangspunt.

Dispensatie verplichtstelling

Om de gelijkwaardigheid tussen bestaande pensioencontracten en het nieuwe reële pensioencontract te kunnen bepalen en de berekening van het verzekeringstechnisch nadeel uit te kunnen voeren, moeten nieuwe criteria worden geformuleerd om te kunnen beoordelen of en in hoeverre het pensioenfonds moet/kan overgaan tot het verlenen van een vrijstelling.

Invaren

Het Verbond vindt het belangrijk dat individuele deelnemers en pensioengerechtigden de mogelijkheid hebben (net zoals nu bij collectieve waardeoverdracht op verzoek van de werkgever) om bezwaar te maken. De situatie waarbij in het kader van invaren collectieve waardeoverdracht plaatsvindt op verzoek van sociale partners of het pensioenfonds kan beter worden opgenomen in een apart, nieuw artikel (bijvoorbeeld 83a).

Daarbij tekent het Verbond wel aan dat het niet altijd in het belang van de deelnemers, of wenselijk is, dat het invaren voor iedereen geldt. “Ons inziens moet de huidige mogelijkheid blijven bestaan dat de rechten van de actieve deelnemers wel, maar de pensioenen van slapers en gepensioneerden niet worden ingevaren.”

GEEN REACTIES