NVM pleit voor overheidsregie op oververhitte woningmarkt

NVM pleit voor overheidsregie op oververhitte woningmarkt
© Pixabay

De NVM pleit voor regie van de overheid op de woningmarkt. NVM-voorzitter Ger Jaarsma vindt het een goede zaak dat de nieuwe regering over de volle breedte van de woningmarkt maatregelen neemt. “Samenhang is belangrijk voor een evenwichtige woningmarkt. Het liefst hadden we al eerder voor een interdepartementale minister voor Bouwen gepleit, maar ik hoop dat dit Kabinet een duidelijke regierol op zich neemt ten aanzien van de woningmarkt. Dit is echt noodzakelijk voor een goede balans tussen koop en huur, voor de sociale en vrije huursector, voor starters en doorstromers, voor wonen in de stad en op het platteland, en om ervoor te zorgen dat alle Nederlanders hun woonwensen kunnen realiseren en goed kunnen reizen tussen woning en werk.”

Krimpend woningaanbod
Bij de presentatie van de (voorlopige) woningmarktcijfers over het 3e kwartaal 2017 die de NVM vandaag presenteert, zijn de voornaamste conclusies: een krimpend woningaanbod dat niet aan de grote vraag kan voldoen en aanhoudende prijsstijgingen, met name in de steden en de Randstad-regio’s.

Voor een woning in het 3de kwartaal 2017 is gemiddeld 264.000 euro betaald. Dat is 9,7% meer dan een jaar geleden. Het aandeel woningen dat boven de vraagprijs verkocht wordt, is in het 3de kwartaal toegenomen tot bijna 25%. Nog eens 15% wordt bovendien voor de vraagprijs verkocht.

De NVM noemt de woningmarkt oververhit. Het aanbod kan de vraag niet langer aan. Er zijn te weinig Nederlandse huishoudens die hun woning te koop zetten om aan de huidige vraag naar woningen te voldoen. Daardoor neemt het te koop staande aanbod steeds verder af. Halverwege het 3e kwartaal van 2017 stonden er bij NVM-makelaars nog 63.500 woningen te koop (totale bestaande koopwoningmarkt 86.500), ruim 37% minder dan een jaar eerder. Een aantal gemeenten, zoals Amsterdam, Delft en Leiden zag hierdoor het aantal transacties het afgelopen kwartaal met ongeveer 15% dalen.

De ruimere woningmarktgebieden in Nederland profiteren wel van de aantrekkende woningmarkt. Zij verkochten relatief meer woningen. De gemiddelde woningprijs steeg in het 3de kwartaal naar 264.000 euro; een stijging van bijna 10% vergeleken met een jaar eerder.

Starters
De krapte op de woningmarkt treft de starters in de steden het hardst. Het woningaanbod dat financierbaar is voor starters, is de afgelopen periode zeer snel gedaald. In de krappe gebieden ligt het aantal woningen waaruit een starter kan kiezen op slechts 2,6.

Tegelijkertijd worden ook minder woningen in dit segment aan de woningvoorraad toegevoegd. Deze schaarste leidt tot scherpe prijsstijgingen, met als gevolg dat nog minder woningen voor starters bereikbaar worden. Ook de steeds strengere leennormen raken de starters het hardst: zij moeten meer aflossen en kunnen vaak geen eigen geld inbrengen. Starters hebben bovendien concurrentie gekregen van kapitaalkrachtige beleggers, die vooral woningen in het goedkopere segment opkopen om te verhuren.

Bron: NVM

 

GEEN REACTIES