Na “mijn zaak is mijn pensioen” nu: “mijn man is mijn pensioen”

Bijna de helft van de vrouwelijke werknemers in Nederland vertrouwt op de eigen partner als belangrijke inkomstenbron na de pensionering.

Dat blijkt uit internationaal onderzoek van Aegon naar de pensioenvoorbereiding van vrouwen. Nederlandse vrouwen scoren daarin een onvoldoende. De combinatie van werk en gezin maakt het voor hen lastig om aan volledige pensioenopbouw te doen.

Het gebrek aan pensioenvoorbereiding staat in schril contrast met het zelfvertrouwen en de betrokkenheid van vrouwen bij andere aspecten van hun financiën en bij het nemen van beslissingen. De overgrote meerderheid (80%) is betrokken bij het beheer van de gezinsfinanciën, wat erop duidt dat vrouwen zich door hun gezin meer richten op de korte termijn, ten koste van de langere termijn.

Werk en gezin

De combinatie werk en gezin, vooral wanneer er kleine kinderen zijn, maakt het voor vrouwen moeilijk om iets aan hun pensioen te doen. De helft van de vrouwen (internationaal 54%, in Nederland 48%) die getrouwd zijn of samenwonen, geeft dan ook aan dat hun partner na hun pensionering een erg of zelfs uiterst belangrijke inkomstenbron is. Dat betekent dat een voortijdige echtscheiding of overlijden van de partner een streep door de rekening kan zetten.

Vrouwen werken twee keer zo vaak in deeltijd als mannen. Dat tast het verdienvermogen van vrouwen aan, net als de pensioenopbouw via de werkgever en de ruimte die zij hebben om te sparen. Voor veel vrouwen is een regelmatige, structurele pensioenopbouw gedurende hun werkzame leven minder goed mogelijk. Bovendien profiteren zij daardoor minder van werkgeversbijdrages en fiscale voordelen. Vrouwen leven gemiddeld vier tot vijf jaar langer dan mannen. Het is voor hen dus nog belangrijker om voldoende inkomen op te bouwen voor later.

Onvoldoende score

De Aegon Retirement Readiness Index (ARRI) staat voor Nederlandse vrouwen op een onvoldoende 5,3 (op een schaal van 1 tot 10). De ARRI meet de mate waarin werknemers zijn voorbereid op hun pensioen. Indiase en Braziliaanse vrouwen scoren beter, respectievelijk een 6,9 en een 6,5. Spaanse en Japanse vrouwen staan onderaan met een 4,5.

De Aegon Retirement Readiness Survey 2014 betreft een onderzoek onder 16.000 werknemers en gepensioneerden in 15 landen. Daarmee is het een van de grootste pensioenonderzoeken ter wereld.

Na ‘mijn zaak’ nu dus ‘mijn man’

Ondernemers hebben de neiging niet voor hun pensioen te sparen. Ze denken dat hun oudedag gefinancierd wordt door verkoop van hun bedrijf. Veel zelfstandigen komen uiteindelijk van een koude kermis thuis. Erger: vaak komen ze van de regen in de drup omdat ze fiscaalvrij geld gereserveerd hebben voor later (FOR). Die reservering blijkt niet zelden een papieren tijger die op het moment dat afgerekend moet worden met de fiscus in bedrijfsrook blijkt te zijn opgegaan.

Deze ondernemers merken te laat dat ze tijdens hun werkzame geld apart hadden moeten zetten om op latere leeftijd een buffer te hebben.

Hetzelfde geldt, zo blijkt uit dit onderzoek, voor getrouwde vrouwen. Ook zij doen er verstandig aan een pot op te bouwen waar zijzelf later uit kunnen putten. Zijn ze dan nog getrouwd dan kan het echtpaar daarvan profiteren. Zo niet, dan genieten de vrouwen van hun opgebouwde buffer.

Maar voor ondernemers en vrouwen geldt hetzelfde als voor alle Nederlanders: zolang in de communicatie ‘pensioen’ wordt afgeschilderd als een onpersoonlijk collectief kapitaal dat ergens door onbekenden wordt beheerd, worden individuele acties tijdens het actieve werkzame leven niet bevorderd.

Wedden dat deze cultuur omslaat wanneer ‘pensioen’ vertaald wordt in een persoonlijke rekening? Dan zijn anderen of andere dingen zoals de zaak niet meer het pensioen, maar het persoonlijke saldo waarop je dagelijks zicht hebt.

GEEN REACTIES