IAS 19 houdt rekening met Nederlandse situatie

IASB accepteert dat ondernemingen bij de berekening van de verplichtingen rekening houden met risicospreidende maatregelen zoals we die in Nederland kennen.

Vanuit Nederland is altijd veel kritiek geweest op het feit dat IAS 19 een zwart-wit onderscheid maakt tussen DB- en DC-regelingen. De verplichting die voor een onderneming met een eigen OPF uit een DB-regeling voortvloeit, is volgens IAS 19 hoger dan de huidige praktijk in Nederland. IAS 19 houdt namelijk geen rekening met onder andere voorwaardelijke indexatie en de mogelijkheid de bijstortingsverplichting te beperken.

Door lobbywerk van de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) in samenwerking met het ministerie van SZW en de Nederlandse vertegenwoordiger in de werkgroep Pensioenen van de IASB gedurende de afgelopen jaren blijkt de IASB bereid ‘shared risk’-systemen te adopteren en te betrekken bij de wijzigingen van IAS 19. Dit betekent dat een onderneming bij de berekening van de verplichtingen rekening kan houden met risicospreidende maatregelen zoals we die in Nederland kennen. Voorwaardelijke indexatie, beperking van een eventuele bijstortingsverplichting en de mogelijkheid toekomstige premie voor de werknemer te verhogen, zullen in de toekomst worden meegenomen bij de berekening van de (lagere) pensioenverplichting. Ook het NIVRA heeft met een brief de (hybride) shared risk -pensioensystemen, met verwijzing naar de commentaarbrief van de RJ, onder de aandacht van de IASB gebracht.

De IASB heeft de volgende voor Nederland belangrijke voorlopige besluiten genomen:

  • het bestaan van een ‘defined benefit formula’ houdt niet per definitie in dat er ook sprake is van een defined benefit-pensioenregeling;
  • op de pensioenverplichting (defined benefit obligation) mogen de werknemersbijdragen in mindering worden gebracht;
  • de financiële effecten van juridische of feitelijke aanvullende verplichtingen tot extra bijdragen door de werkgever mogen worden beperkt tot de maxima die hierover tussen partijen zijn afgesproken.

     

Deze vooralsnog voorlopige besluiten zullen naar verwachting eind maart 2011 definitief worden vastgesteld.

(Bron: Pensioenfederatie)

GEEN REACTIES