Huisartsen ervaren massaal stress

70% van de huisartsen ervaart stress bij zichzelf, en zelfs 80% geeft aan stresssymptomen te herkennen bij collega’s.

En tegelijkertijd geeft 60% van de huisartsen het cijfer 8 of hoger als het gaat om arbeidstevredenheid. Dat zijn twee opvallende uitkomsten van een onderzoek naar langdurige stressfactoren onder huisartsen dat LSJ Medisch Projectbureau heeft uitgevoerd in opdracht van arbeidsongeschiktheidsverzekeraar Movir.

Het onderzoek is uitgezet onder 3.000 Nederlandse huisartsen en kende een respons van 20%.

Verrassend is dat de hoge werkdruk en tevredenheid nauwelijks verband met elkaar houden; men is niet minder tevreden bij hogere werkdruk. De ervaren werkdruk staat wel in verband met het aantal dagen dat de huisarts werkt. Hoe hoger het aantal werkdagen, hoe groter de werkdruk die men ervaart. Huisartsen met een solistische praktijk ervaren een hogere werkdruk dan degenen die in een samenwerkingsverband functioneren. Met name oudere solisten ervaren een hogere werkdruk dan jongeren die alleen een praktijk runnen.

Energievreters

In het onderzoek is ook gevraagd welke aspecten de huisarts energie geven en welke aspecten energie kosten. Twee van de drie belangrijke energievreters zijn financiële en managementtaken. Deze behoren niet tot de vakinhoudelijke taken van de arts. Opvallend is echter dat de avond-, nacht- en weekenddiensten als hoogste scoren op het aspect ‘kost energie’, ondanks de dienstenstructuur.

Geen professionele hulp

Wellicht de meest opvallende uitkomsten van het onderzoek betreffen de acties die men onderneemt zodra er symptomen van overspannenheid/burn-out worden geconstateerd. Een op de acht huisartsen zegt door te werken bij signalen van overspannenheid. Maar liefst een kwart van de huisartsen zoekt geen professionele hulp bij signalen, maar bespreekt het hooguit binnen de ‘inner circle’ (partner/collega/vriend).

Verantwoordelijkheidsgevoel

Het onderzoek lijkt te bevestigen dat de oudere, mannelijke huisarts toch te lang doorwerkt bij signalen van een dreigende burn-out. In de onderzochte groep huisartsen bestaan vooral belemmeringen om stresssignalen goed te interpreteren en hierop adequate actie te ondernemen. Als reden wordt genoemd dat ze zich verantwoordelijk voelen naar collega’s en patiënten. Daarnaast is het eigen gevoel van falen en van zwakte een grote belemmering.

Wake-up call

Movir directeur Louis van Drunen geeft een eerste reactie op de uitkomsten van het rapport. ”Zowel de hoge respons als de uitkomsten laten duidelijk zien dat we een snaar hebben geraakt bij de huisarts.

Wij zijn geschrokken van het aantal artsen dat stress herkent, zowel bij zichzelf als bij elkaar. Wat ons ook zorgen baart is de wijze waarop men met de signalen zegt om te gaan. We vinden dat een te grote groep deze signalen negeert of aangeeft geen professionele hulp te zullen zoeken. Bovendien geeft men aan dat het onderwerp stress en burn-out moeilijk bespreekbaar is. We luiden geen noodklok, want we verwachten zeker niet dat huisartsen massaal omvallen, maar we zien de uitkomsten wel als een wake-up call.”

Over de verbeterpunten zegt Van Drunen: “De uitkomsten van het onderzoek geven ons verschillende handvatten voor verbetering. We willen samen met de stakeholders zoeken naar oplossingen. Dat kunnen we uiteraard niet alleen. Met dit rapport halen wij het probleem naar boven en maken het thema bespreekbaar. Daarmee is een eerste stap gezet. Maar zeker niet de laatste.”

LHV: Oplossingsrichtingen

Ook de Landelijke Huisartsen Vereniging onderschrijft het belang van het onderzoek.

LHV-voorzitter Steven van Eijck: “Het zijn belangwekkende inzichten die vragen om verdere verdieping en oplossingsrichtingen. We vermoedden al langer dat de werkdruk en stress onder huisartsen een issue is. Met dit grootschalige onderzoek is dat nu ook objectief vastgesteld. We zullen als belangenbehartiger van de huisarts samen met Movir om de tafel gaan om te zoeken naar concrete verbeterpunten voor een meer gezonde werksituatie van de huisarts.”

GEEN REACTIES