Flinke stijging aantal geregistreerde partnerschappen

NVHP: informeer klanten over nieuwe regels eigenwoningschuld
© Pixabay

Banken, pensioenfondsen, levensverzekeraars, adviseurs en notarissen krijgen steeds vaker te maken met stellen die een geregistreerd partnerschap sluiten.

Uit vandaag gepubliceerde cijfers van het CBS blijkt dat in de afgelopen tien jaar het aantal jaarlijks gesloten partnerschappen meer dan is verdubbeld tot bijna 20.000. Het aantal jaarlijks gesloten huwelijken daalde in deze periode juist met ongeveer tienduizend naar ruim 64.000. Dat het aantal partnerschappen snel stijgt is in zekere zin opmerkelijk omdat de oorspronkelijke reden voor het instellen ervan (partners met een gelijk geslacht de kans geven op een solide juridische verbintenis) door het openstellen van het huwelijk voor stellen van het gelijk geslacht, niet meer relevant was. Ook is het niet meer mogelijk om het geregistreerd partnerschap te gebruiken om een snelle scheiding te regelen.

Het CBS signaleert dat veel stellen de symboliek van het huwelijk minder belangrijk vinden, maar wel hun partnerzaken goed geregeld willen hebben. Het geregistreerd partnerschap geeft dezelfde juridische rechten als een huwelijk. Dat is bijvoorbeeld van belang bij het afsluiten van een hypotheek op beide partners, bij het aanvragen van een nabestaandenpensioen, bij de uitkering van een overlijdensrisicoverzekering en bij de (erf)rechten van de langstlevende bij een levensverzekering. Ook bij een testament is het relevant.

Hoewel veel financiële instellingen ook een notarieel samenlevingscontract als zodanig accepteren, is bij veel burgers niet altijd duidelijk wat de norm is rond het begrip ‘partner’. Om zekerheid te hebben lijken veel stellen daarom voor een geregistreerd partnerschap te kiezen in plaats van een samenlevingscontract. Bij het overgrote deel van de gesloten partnerschappen is het voor de partners dan ook de eerste ‘formalisering’ bij de burgerlijke stand. Daarnaast sluiten steeds meer jongere mensen (25-35 jaar) een geregistreerd partnerschap.

Interessant is verder dat de toename van het aantal partnerschappen het sterkst is in de noordelijke provincies en in het oosten van het land. In sommige delen van Friesland, Groningen, Drenthe, Overijssel en Gelderland is meer dan een derde van het aantal officiële verbintenissen een partnerschap.

GEEN REACTIES