Extra aflossing zorgt niet voor grote daling onderwaterhypotheken

De bijna €30 mrd aan extra hypotheekaflossingen in de laatste twee jaar droegen maar beperkt bij aan de daling van het aantal onderwaterhypotheken. Dit meldt DNB.

Aflossingen

Nederlandse huishoudens losten in 2013 €11 mrd en in 2014 €18 mrd extra af op hun hypotheken. Dit is aanzienlijk meer dan in de jaren daarvoor. Een belangrijke verklaring voor deze toename is de lage depositorente, waardoor extra aflossen vaak aantrekkelijker is dan sparen. Het grootste deel van de vrijwillige aflossingen is dan ook gedaan door oudere huishoudens, die een deel van hun spaargeld hebben gebruikt om extra af te lossen op hun vaak al lage hypotheek. Ook is vaker afgelost door huishoudens die een relatief hoge hypotheekrente betalen. Verder lijkt volgens DNB de tijdelijke verruiming van de schenkingsvrijstelling een rol te hebben gespeeld.

Beperkt

De extra aflossingen hebben maar beperkt bijgedragen aan de daling van het aantal onderwaterhypotheken, die vooral voorkomen onder jongere huishoudens. Van de extra aflossingen is in totaal €6 mrd betaald op onderwaterhypotheken. Slechts in 11% van alle gevallen zorgde de extra aflossing ervoor dat een onderwaterhypotheek weer ‘boven water’ kwam. De extra aflossingen hebben er wel aan bijgedragen dat het gemiddelde onderwaterbedrag sinds begin 2013 is afgenomen van 20% tot 16% van de waarde van de woning.

 
Prijzen

In de afgelopen twee jaar is het aantal onderwaterhypotheken in Nederland gedaald van 1,3 miljoen naar ongeveer 960 duizend, meldt DNB. Deze afname is het gevolg van contractuele aflossingen, vrijwillige aflossingen, en sinds medio 2013 ook van stijgende huizenprijzen. In steden zoals Amsterdam en Utrecht zijn veel hypotheken weer boven water gekomen. Maar in grote delen van het land liggen de huizenprijzen op dit moment nog onder het niveau van begin 2013. Daar heeft de ontwikkeling van huizenprijzen per saldo dus niet bijgedragen aan vermindering van de onderwaterproblematiek.

Hardnekkig

Berekeningen van DNB laten zien dat ook bij stijgende huizenprijzen een deel van de hypothekenvoorraad nog geruime tijd onder water staat. Als de huizenprijzen de komende jaren met 2 à 3% per jaar blijven stijgen, dan zullen in 2020 nog steeds 250 tot 350 duizend van deze hypotheken onder water staan. Dit betekent dat deze huishoudens gedurende meer dan zeven jaar geconfronteerd worden met een restschuld na verkoop en daardoor moeilijker kunnen verhuizen.

Bron: DNB

GEEN REACTIES