Daarom houdt Weekers vast aan forfaitair rendement in box 3

De reden dat de vermogensrendementsheffing per 1 januari 2001 is ingevoerd, was dat de wetgever een einde wilde maken aan allerlei ontwijkgedrag.

“Er kwamen volop producten in omloop waarbij rente en dividend werden omgezet in vermogensaanwas. Daardoor steeg de waarde van het product, maar werden geen opbrengsten (vermogensinkomsten) gerealiseerd en dus geen belastingopbrengst behaald. Wij kenden immers geen vermogensaanwasbelasting. Er waren dus vele mogelijkheden om het echte rendement te drukken en onbelast waardevermeerderingen te realiseren. In de jaren ’90, een tijd dat het vermogen heel hard groeide in Nederland, nam de belastingopbrengst uit vermogen als percentage van het BBP af.

Daarom is gekozen voor een systeem van een forfaitaire vermogensrendementsheffing. Inderdaad hebben de meeste andere Europese landen een vermogenswinstbelasting. De opzet van deze belastingen verschilt van land tot land. Bij de voorbereiding van de belastingherziening die geleid heeft tot de Wet inkomstenbelasting 2001 is uitgebreid gekeken of de invoering van een vermogenswinstbelasting in Nederland wenselijk zou zijn. De conclusie was toen dat een vermogenswinstbelasting zou leiden tot grote administratieve lasten en uitvoeringskosten, en dat het genoemde ontwijkgedrag minder makkelijk kon worden tegengegaan dan bij een forfaitaire vermogensrendementsheffing.

Die conclusie is naar huidige inzichten nog steeds valide. Ik heb dan ook geen voornemen om een voorstel te doen voor de invoering van een vermogenswinstbelasting.”

Aldus staatssecretaris Weekers in antwoord op Kamervragen van Farshad Bashir (SP). Bashir wijst erop dat de meerderheid van de Europese landen geen vermogensrendementsheffing kennen maar een vermogenswinstbelasting. Hij vindt het huidige box 3-systeem “oneerlijk”, omdat de fictieve rente nog steeds op 4% staat terwijl de rente op spaarrekeningen onder 2% zijn gedaald. “Dit dwingt de mensen in feite om te gaan beleggen, omdat sparen geld kost.”

Weekers deelt die mening niet: “Doordat in box 3 geen onderscheid wordt gemaakt tussen verschillende vermogensbestanddelen wordt de keuze hoe het vermogen aan te wenden juist volledig bij de belastingplichtige gelaten.”

GEEN REACTIES