CPB: Vitaliteitspakket heeft nauwelijks invloed op arbeidsparticipatie

De stijging van de participatie door het pakket is nihil tot gering positief. Datzelfde geldt voor de afschaffing van de levensloopregeling en introductie van de werkbonus.

Deze conclusie trekt het Centraal Planbureau in haar Notitie Houdbaarheidseffect sociaal akkoord AOW, witteveenkader en vitaliteitspakket. Ook noemt het CPB de haalbaarheid en effectiviteit van de intersectorale scholing twijfelachtig.

De loopbaanfaciliteiten hebben een nihil effect op de participatie. Het effect van bepaalde onderdelen, zoals de afschaffing van de levensloopregeling, is nihil tot gering positief. De effectiviteit van het Van-Werk-naar-Werk (VWNW) budget en de intersectorale scholing is twijfelachtig.

De afschaffing van de levensloopregeling heeft een gering positief effect op de arbeidsparticipatie. De huidige levensloopregeling faciliteert het sparen voor verlof in latere jaren. In de praktijk wordt de regeling vooral gebruikt door personen die daarmee eerder willen stoppen met werken.

Het heeft daarmee een remmend effect op de arbeidsparticipatie, en afschaffing leidt dus tot een gering hogere participatie.

De afschaffing van de spaarloonregeling heeft een gering negatief effect op de arbeidsparticipatie. De huidige spaarloonregeling is een subsidie op sparen en op arbeid. De regeling heeft een gering positief effect op de arbeidsparticipatie, omdat het alleen geldt voor werknemers. Hierdoor ontstaat een relatief voordeel voor werk ten opzichte van niet-werk. De keuze om te gaan werken wordt dus positief beïnvloed. Het effect is echter om twee redenen gering. De eerste reden is dat de spaarloonregeling niet door alle werknemers wordt opgenomen. De tweede reden is dat voor mensen met een baan de regeling geen noemenswaardige prikkel biedt om meer te gaan werken.

Het vitaliteitssparen heeft een verwaarloosbaar effect op de participatie, daarnaast kan de regeling het spaargedrag van werkzame personen beïnvloeden. De regeling zal vooral interessant zijn voor ZZP-ers die hierdoor een extra mogelijkheid krijgen om fiscaal gefaciliteerd te sparen, als buffer voor het opvangen van inkomensschokken en voor hun pensioen. De verwachte arbeidsmarkteffecten zullen gering zijn, gezien het budgettaire effect van gemiddeld 130 euro per werknemer per jaar.

Bovendien mag niet verwacht worden dat dit voordeel door mensen met een laag inkomen zal worden gerealiseerd, terwijl juist bij hen de keuze tussen werken en niet-werken positief beïnvloed zou worden.

De verlaging van de drempel voor aftrekbaarheid van scholingsuitgaven met 250 euro heeft een nihil effect op de arbeidsparticipatie.

GEEN REACTIES