Consultatiedocument: API geen nieuwe vorm pensioenuitvoering

De afzonderlijke introductie van een API in de vorm van een nieuwe pensioenuitvoerder is niet nodig, omdat, met enkele aanpassingen in de Pensioenwet, alle kenmerken van de API in een pensioenfonds kunnen worden toegepast.

In het verleden is aangegeven dat een Algemene PensioenInstelling als een nieuwe pensioenuitvoerder zou worden vormgegeven, naast een pensioenfonds, een verzekeraar en, sinds 2011, een premiepensioeninstelling. Kort gezegd werd beoogd een nieuwe pensioenuitvoerder in het leven te roepen die grensoverschrijdend alle alle typen arbeidsgerelateerde pensioenregelingen kan uitvoeren die in binnen- of buitenland worden aangeboden, en die flexibel is ten aanzien van het aantal beheerde pensioenregelingen.

Daar is geen nieuwe vorm van pensioenuitvoering voor nodig. Veel van deze taken kunnen nu al uitgevoerd worden door een multi-opf. Met enkele aanpassingen in de Pensioenwet kunnen ook alle andere kenmerken van de API in een pensioenfonds kunnen worden toegepast.

Vanuit deze gedachte wordt nu een consultatiedocument aan de markt aangeboden. Daarin wordt gemakshalve nog wel steeds gesproken over een API, maar strikt genomen wordt daarmee bedoeld een pensioenfonds dat meerdere afgescheiden vermogens aanhoudt.

Met de “introductie van de API” wordt dan ook gedoeld op de wijzigingen in wet- en regelgeving die nodig zijn om aan de doelen van de API te voldoen.

Vergunningplichtig

Vanwege de complexiteit van de bedrijfsvoering in verband met de gescheiden uitvoering van meerdere pensioenregelingen in een API wordt voorgesteld een vergunningplicht voor te schrijven. Dat wil zeggen dat er een ex-ante toetsing op een aantal kenmerken van de API wordt voorgesteld, opdat de borging van de kwaliteit van de pensioenuitvoering in de organisatie van de API kan worden getoetst voordat deze met zijn dienstverlening begint.

Verplichtstelling

De API zal niet relevant kunnen zijn voor ondernemingen en werknemers die te begrijpen zijn onder een verplichtstelling aan een bedrijfstak- of beroepspensioenfonds. Evenmin zal een verplichtgesteld bpf zich kunnen omvormen tot een API. De introductie van de API verandert niets verandert aan de inrichting van de verplichtstelling.

Schrappen domeinafbakening

Een belangrijk kenmerk van de API is dat deze meerdere, van elkaar gescheiden pensioenregelingen kan uitvoeren. Dat is vooral nuttig als de API daarbij niet is gebonden aan één onderneming of één niet-verplichtgestelde bedrijfstak. Met de introductie van het multi-opf was een opf al niet langer gehouden aan één domein (te weten de eigen onderneming) en kon het voor meerdere ondernemingen opereren.

Er bestond echter nog wel de restrictie dat de deelnemende ondernemingen eerder een eigen opf moesten hebben gehad, dat tenminste 5 jaar had bestaan.

Voortaan kan een opf voor iedere onderneming in NL en daarbuiten een of meerdere pensioenregelingen uitvoeren, ongeacht de vraag of de betreffende onderneming al eerder een ondernemingspensioenfonds had.

Ringfencing verplicht

Voorgesteld wordt om de verplichting tot ringfencing die is opgelegd aan het multi-opf over te nemen voor de API. Dit omdat de API eveneens beoogt meerdere pensioenregelingen gescheiden uit te voeren en de API het multi-opf daarom zal gaan vervangen.

Onder ringfencing wordt hier verstaan het onderscheiden van compartimenten binnen het vermogen van de (rechtspersoon) API: een eigen “operationeel” vermogen en meerdere pensioenvermogens.

Zorgplichten

De zorgplichten die worden voorgesteld voor de API, zijn geënt op zorgplichten die in de Wft)al van toepassing zijn op verzekeraars en premiepensioeninstellingen of vermogensbeheerders.

Daarnaast wordt voorgesteld om de eisen inzake de inhoud van de uitvoeringsovereenkomst voor de API uit te breiden, opdat meer gedetailleerd wordt vastgelegd welke uitvoeringskosten per afgescheiden pensioenvermogen kunnen worden ingehouden op de premie of op de vermogensopbouw of -uitkering. Het ligt voor de hand om bij de vormgeving van deze aanvullende voorschriften soortgelijke eisen die zijn vastgelegd voor premiepensioenregelingen (in artikel 168b van het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft) en de Aanbevelingen uitvoeringskosten 2011 en de Nadere uitwerking kosten vermogensbeheer 2012 van de Pensioenfederatie uitdrukkelijk te betrekken.

Reageren kan tot 11 april 2013 via de website www.internetconsultatie.nl/api2013.

GEEN REACTIES