Robeco: Trap niet in schijnveiligheid van de UFR

De Ultimate Forward Rate biedt een valse schijn van veiligheid. Dat stellen Robeco-onderzoekers op basis van berekeningen voor Nederlandse pensioenfondsen.

Johan Duyvesteyn, CFA, Martin Martens, PhD, Roderick Molenaar, Tom Steenkamp van Robeco hebben een Japan-scenario als basis voor hun berekeningen gehanteerd, een model met langdurig lage rentes en lage groei.

Sinds september vorig jaar mogen pensioenfondsen rekenen met de Ultimate Forward Rate (van 4,2%) om te bepalen wat hun toekomstige verplichtingen zijn. Deze nieuwe rente pakt gunstig uit. Zo blijkt nu dat zo’n 28 fondsen dit jaar niet hoeven te korten, terwijl ze het eerder wel hebben aangekondigd. Maar Robeco wijst erop dat het gebruik van de UFR nu weliswaar verlichting biedt, maar tegelijkertijd ook toekomstige problemen kan verhullen.

Signalen worden te laat opgepakt

De Robeco-onderzoekers hebben berekend wat er met de dekkingsgraden gebeurt wanneer Nederland een Japan-scenario doormaakt met lage rentes, deflatie en zonder groei. Conclusie is dat signalen voor een pensioenfondsbestuur om in te grijpen veel te laat doorkomen als de rentes lange tijd onder de UFR ligt. Hierdoor lijkt het alsof een fonds solide dekkingsgraden heeft, maar is dat feitelijk niet het geval. Zo worden noodzakelijke besluiten om bijvoorbeeld de premie te verhogen of de indexatie te stoppen onnodig vooruitgeschoven.

Blijf ook rekenen met marktwaardes

De onderzoekers raden aan om de dekkingsgraad ook volgens de marktwaarde te blijven berekenen. Ook bevelen ze aan om de marktwaarde en niet de UFR te hanteren om te bepalen in welke mate het renterisico afgedekt moet worden. Want de vermogenskant van het fonds, met daarop onder meer staatsobligaties en derivaten, zal ook op marktwaarde worden gewaardeerd. Een mismatch tussen de vermogenskant en de verplichtingenkant met de UFR- methode is ongewenst.

GEEN REACTIES