CFD: provisieverbod botst met EU-richtlijn

© Pixabay

Het Nederlands provisieverbod voor complexe en impactvolle financiële producten strookt niet alleen met het Europees Unierecht (artikel 56), maar botst ook met de nieuwste EU richtlijn 2016/97. Dat stelt Willem van Spronsen, secretaris CFD.

Hij heeft vragen gesteld aan vaste commissie voor Financiën in de Tweede Kamer over

  • Tekst (3) richtlijn (EU) 2016/97
  • Unierecht en richtlijn (EU) 2016/97 – Artikel 56 VWEU.
  • Tekst (16) richtlijn (EU) 2016/97
  • Tekst (19) richtlijn (EU) 2016/97

 

De volgende vragen zijn gesteld:

  • CFD vraagt de minister aan te geven waaruit blijkt dat het Nederlandse provisieverbod voor complexe en impactvolle financiële verzekeringsproducten een (zuiver) beschermende werking heeft of zou hebben voor klanten binnen Nederland en of de EU.
  • CFD vraagt de minister aan te geven waaruit blijkt – dan wel zou moeten blijken- dat klanten in Nederland meer of beter zijn beschermd met een provisieverbod voor complexe en impactvolle verzekeringsproducten dan klanten in alle overige EU landen waar geen provisieverbod geldt voor deze verzekeringsproducten.
  • CFD vraagt de minister aan te geven of en in welke mate het Nederlands provisieverbod binnen de Richtlijn (EU) 2016/97 een (zuiver) voorschrift is ter bescherming van klanten en hoe ver het Nederlands provisieverbod daarbij inhoudelijk en procedureel met voorschriften ter bescherming van klanten in die andere EU lidstaten afwijkt.
  • CFD vraagt de minister aan te geven wat de redenen waren voor alle overige EU lidstaten om toch geen provisieverbod voor complexe en impactvolle verzekeringsproducten in te voeren?
  • CFD vraagt de minister aan te geven dan wel te beargumenteren waarom een Nederlandse klant niet een zogenoemd complex of impactvol verzekeringsproduct uit een andere EU lidstaat mag aanschaffen, bijvoorbeeld uit Duitsland via bemiddeling van een Duitse aldaar gevestigde adviseur/bemiddelaar of via een hier in Nederland gevestigde adviseur/bemiddelaar, met als vast gegeven dat provisie een vast bestanddeel is van de premie, kortom in de eindprijs van het verzekeringsproduct is opgenomen.
  • CFD vraagt de minister aan te geven dan wel te beargumenteren of Nederland als EU lid met het provisieverbod voor complexe of impactvolle verzekeringsproducten aan de hierboven genoemde en gestelde eisen ( tekst 16) in de richtlijn (EU) 2016/97 voldoet. T
  • CFD vraagt de minister aan te geven waaruit blijkt (of zou moeten blijken) dat door het provisieverbod voor complexe en impactvolle verzekeringsproducten de toegang tot de Nederlandse markt binnen dat segment wordt bevorderd, voor bijvoorbeeld een Duitse adviseur/bemiddelaar die niet in Nederland een (bij)kantoor heeft en uiteraard wel om diensten naar Nederland te verrichten over het Europees paspoort beschikt.
  • CFD vraagt de minister om het huidige provisieverbod verder aan het Europese Unierecht in samenhang met de richtlijn (EU) 2016/97 te toetsen. Indien dit hiermee strijdig is stappen te ondernemen om het provisieverbod voortijdig buiten werking te stellen.

(Bron: CFD)

GEEN REACTIES