Boetebesluit AFM lijkt op nieuwe leidraad

Bij het verstrekken van een hypotheek bemoeilijkt de AFM de afweging tussen de persoonlijke situatie en wensen van de klant en de feitelijke richtlijnen.

De AFM heeft ING een tweetal boetes opgelegd, om¬dat de bank zich niet gehouden heeft aan de GHF-nor¬men en ook omdat door haar acceptatiebeleid con¬sumenten het risico op overkreditering liepen. Uit de boetbesluiten blijkt dat de AFM strikt de hand houdt aan de GHF-norm, zoals vastgelegd in de GHF-Code. Afwijken van die norm is alleen toegestaan als “er een voldoende adequate verdiepingsslag is gemaakt op basis van de specifieke persoonlijke situatie, een (ge¬kwantificeerde) motivering is vastgelegd in het klant¬dossier en (her-) berekening op basis van deze extra of aanvullende informatie leidt tot een verantwoorde kredietverstrekking.

In een reactie op de boetebesluiten, waartegen zij niet in beroep gaat, stelt ING het belangrijk te vinden om haar zorg te uiten over de impact die de toenemende regulering heeft op de verstrekking aan de (startende) consument. “Bij het vaststellen van de acceptatienormen gaat het om het vinden van de juiste balans tussen enerzijds de mogelijkheid voor het financieren van

een woning en anderzijds het beschermen van de consument. Wat daarin wel en niet verantwoord is, is een afweging tussen de persoonlijke situatie en wensen van de klant en de feitelijke richtlijnen.”

In het ThemaMagazine Hypotheken en Wonen gaat de redactie uitgebreid in op de casussen, omdat de motivering van de AFM in de besluiten als het ware een (nieuwe) leidraad is met betrekking tot acceptatienormen.

GEEN REACTIES