Minder dan 50% van de bedrijfstak- en beroepspensioenfondsen geeft inzicht in de vaste vergoedingen aan de bestuurders. Minder dan een kwart geeft daarbij voldoende informatie over de tijdsbesteding van de bestuurder om vast te stellen of deze vergoedingen binnen de normen vallen. Dat concludeert TPRA in haar onderzoek naar de beloning van pensioenbestuurders dat vanaf vandaag beschikbaar is.
TPRA onderzocht de beloningen van het bestuur, de Raad van Toezicht, commissies en overige bestuurs-organen bij 68 bedrijfstak- en beroepspensioenfondsen. Met een combinatie van richtlijnen die zijn opgesteld door o.a. de Pensioenfederatie, SER, DNB en de wetgever beoordeelde TPRA de beloningen op drie onderdelen: transparantie, de hoogte van de individuele beloningen en die van de totale bestuurskosten.
33 fondsen rapporteerden de vaste vergoeding aan de bestuurders. Slechts 16 fondsen gaven daarbij inzicht in de tijdsbesteding van het bestuur. Van deze groep beloont bijna 45% de bestuurders boven de norm, bij 30% ontvangen bestuurders een vergoeding gelijk aan de norm en bij 25% ontvangen zij minder.
Van de 17 fondsen die geen inzicht geven in de tijdsbesteding kan niet vastgesteld worden of de beloning binnen de norm valt. Met behulp van de minimale tijdsbestedingsrichtlijn van DNB zijn de kosten van deze fondsen wel getoetst. Slechts 3 fondsen belonen boven de norm. Eveneens 3 fondsen belonen conform de norm en 11 fondsen bieden een lagere vergoeding.
Schrijnend
Schrijnend is dat de overige 35 fondsen in het geheel geen inzicht geven in de beloning per bestuurder. Over de vergoedingen aan de Raad van Toezicht en bestuurscommissies is nog minder bekend. Voor zover bekend lopen deze vergoedingen echter wel sterk uiteen. De vaste vergoeding voor een lidmaatschap in een bestuurscommissie loopt uiteen van € 2.500 tot € 20.000 op jaarbasis. De vergoedingen voor de Raad van Toezicht variëren van € 7.500 tot € 35.000.
De totale bestuurskosten zijn vrijwel altijd bekend. De verschillen tussen de pensioenfondsen zijn groot. Dit wordt veroorzaakt door enerzijds grote verschillen in de beloning van de bestuurders en anderzijds grote verschillen in het aantal bestuurders en het aantal overige toezichts- en overlegorganen. Er is een sterk verband tussen de hoogte van de totale kosten en de omvang van het pensioenfonds. Toch zijn er kleine fondsen met relatief hoge kosten als ook relatief grote fondsen die de bestuurskosten juist goed weten te beperken.