Bij ruim een derde van de echtscheidingen komt het pensioen niet aan de orde. En 55% van de mensen die al zijn gescheiden, heeft geen rekening gehouden met de impact hiervan op hun geldzaken bij hun pensionering.
Dit meldt de Pensioenmonitor van Wijzer in Geldzaken. Wijzer in Geldzaken doet elke twee jaar onderzoek onder de Nederlandse beroepsbevolking naar pensioenbewustzijn. Het onderzoek is uitgevoerd door GfK. Scheiden is een van de life-events waarvoor tijdens de Pensioen3daagse 2016 extra aandacht is.
Verdiepen in pensioensituatie
Hoewel de Pensioenmonitor weinig veranderingen constateert ten opzichte van de situatie in 2014, blijkt wel dat het aantal mensen dat zegt goed op de hoogte te zijn van het pensioenstelsel in Nederland is gedaald: van 32% van de ondervraagden in 2014 naar 26% nu. Ook met de mogelijkheden om meer pensioen op te bouwen zijn minder mensen bekend: in 2014 was dit 36%, nu is dat 29%.
Ongeveer de helft van de Nederlanders vindt dat ze zich beter moeten verdiepen in hun financiële situatie na pensionering. Dit vertaalt zich echter niet in actie. Slechts 11% van de respondenten geeft desgevraagd aan geregeld tijd vrij te maken om zich te verdiepen in zijn pensioensituatie.
Eveneens ongeveer de helft van de Nederlanders is zich ervan bewust dat veranderingen in de persoonlijke situatie (life-events) gevolgen kunnen hebben voor hun pensioen. Maar bewustzijn betekent lang niet altijd dat er ook rekening gehouden wordt met die mogelijke invloed: minder dan de helft van de beroepsbevolking doet dit.
Ook blijkt er een mismatch tussen de feitelijke AOW-leeftijd en wat Nederlanders verwachten dat hun AOW-leeftijd zal zijn. Drie op de vijf respondenten zal waarschijnlijk later AOW krijgen dan ze nu zelf inschatten. De gemiddelde leeftijd waarop ondervraagden verwachten dat ze AOW krijgen is 68 jaar.
Inkomen
Het inkomen dat Nederlanders verwachten is iets hoger dan in 2014. Dit jaar verwacht men 64% van het laatstverdiende inkomen te ontvangen als pensioenuitkering, terwijl dit in 2014 werd ingeschat op 60%.
Wat betreft eerder stoppen met werken dan de AOW-leeftijd, geldt: hoe jonger mensen zijn, hoe vaker ze denken eerder te stoppen. Van de Nederlanders van 21 tot en met 34 jaar denkt 47% eerder te stoppen met werken. Van de 50-plussers is dat maar 30%.