Het ministerie van Financiën wil af van de fiscale aftrekbaarheid van advieskosten. “Een logisch gevolg van het provisieverbod”.
Aldus een woordvoerder van staatssecretaris Frans Weekers tegen het Financieel Dagblad. De maatregel bespaart ongeveer € 150 mln per jaar.
De advieskosten worden nu nog betaald via de provisie die verzekeraars betalen aan tussenpersonen voor de verkoop van lijfrentes en arbeidsongeschiktheidsverzekeringen. De provisies op hun beurt zijn versleuteld in de fiscaal aftrekbare premies. Bij een provisieverbod worden de advieskosten zichtbaar, omdat ze niet meer in de premie zitten. “Dit maakt het voor ons mogelijk om alleen de zuivere premie in aftrek toe te staan”, aldus Financiën.
Adjunct-directeur Robert-Jan van Loon van Adfiz: “De minister heeft beloofd dat de invoering van het provisieverbod fiscaal neutraal zou verlopen.”
Ook het Verbond van Verzekeraars wijst het schrappen van de aftrekbaarheid van de hand.
“Advies wordt duurder voor klanten en dus minder toegankelijk.”
Voor het ministerie is handhaving van de aftrekbaarheid bespreekbaar als elke tussenpersoon de in rekening gebrachte advieskosten aan de Belastingdienst levert. Deze kan de informatie dan gebruiken voor de Vooringevulde Aangifte, aldus nog steeds het FD. Adfiz vindt dat een te grote administratieve last. Het Verbond en de OvFD hebben voorgesteld een derde partij in te schakelen die de adviesgegevens van de tussenpersonen verzamelt, controleert en aanlevert aan de Belastingdienst.
Het aftrekstandpunt van Financiën is des te opmerkelijker omdat dezelfde staatssecretaris nog in juni van dit jaar een nieuw Besluit publiceerde waarin de vergoeding aan het intermediair door de klant gelijkgesteld werd met de lijfrente-inleg.
