AFM waarschuwt voor waterbedeffect provisieverbod

Financiële ondernemingen bewegen duidelijk de goede kant op, al is er nog een hele weg te gaan. Dat zei Hans Hoogervorst bij de presentatie van het AFM-jaarverslag 2010.

“Het toezicht van de AFM heeft in 2010 zichtbaar effect bereikt. In 2010 hebben we onze beïnvloedingsmaatregelen verder uitgebreid en gevarieerd. Het is de AFM er niet om te doen om zoveel mogelijk boetes op te leggen. Zij bereikt veel zonder maatregelen op te leggen. Ondernemingen weten daardoor steeds beter wat van hen verwacht wordt.”

Een belangrijk onderdeel van het jaarverslag, het pleidooi voor een wettelijke verankering van het toezicht op het productontwikkelingsproces, lijkt intussen achterhaald. In eenbrief heeft minister De Jager aangegeven de financiële branche de mogelijkheid te bieden om verschoond te blijven van toezicht van de AFM op productontwikkeling.

Andere punten uit het jaarverslag:

Kwaliteit van het advies over complexe producten door aanbieders, adviseurs en bemiddelaars. “Uit het onderzoek naar hypotheekadvies in 2010 bleek dat de kwaliteit van het advies, ten opzichte van 2007, een zichtbare verbetering liet zien. De AFM besteedde in 2010 ook veel aandacht aan advies over vermogensopbouw. Deze specifieke vorm van financieel advies stelt hoge eisen aan de adviseur. Ook deed zij in 2010 voor het eerst onderzoek naar de naleving van de norm voor passende provisie. Het algemene beeld dat volgde uit dit onderzoek is dat partijen sinds de invoering van de passendeprovisieregels stappen hebben gezet in het aanpassen van hun provisiebeleid. Voor complexe producten heeft minister De Jager van Financiën een verbod op provisies aangekondigd. Wel zal goed moeten worden gekeken naar de precieze uitwerking van een verbod op provisies. Voorkomen moet worden dat er via andere wegen alsnog vergoedingsprikkels kunnen worden geïntroduceerd die het advies negatief beïnvloeden.”

Pensioencommunicatie: “De AFM voorziet een groei van regelingen waarbij de pensioenaanspraken van deelnemers afhankelijk worden gemaakt van de financiële positie van een fonds. Met een dalende pensioenzekerheid is het van nog groter belang dat de consument voldoende inzicht heeft in zijn pensioenregeling om tijdig eventueel aanvullende maatregelen te kunnen treffen. Uit AFM-onderzoek bleek dat startbrieven vaak niet volledig zijn. Kwalitatief consumentenonderzoek naar de begrijpelijkheid van de startbrief toonde bovendien dat zij die na één keer lezen vaak niet begrijpen. Ook het uniform pensioenoverzicht (UPO) bleek in 29 procent van de gevallen onjuistheden te bevatten. Een doelgroep die bijzondere aandacht vraagt, zijn de werknemers in het midden- en kleinbedrijf (MKB). De kwaliteit van pensioenadvies aan het MKB is nu nog onder de maat.” Integriteit: “De doelstelling van het thema ‘Doelgerichte en snellere aanpak van zware integriteitschendingen’ is gericht op het minimaliseren van de schade (aan vertrouwen en vermogen) die malafide partijen berokkenen. De AFM tilt zwaar aan deze overtredingen, omdat partijen die zonder vergunning of prospectus opereren, zich aan het toezicht onttrekken, het gelijke speelveld verstoren en consumenten en beleggers kunnen benadelen.

De AFM heeft in 2010 preventief consumenten gewaarschuwd alert te zijn bij diverse categorieën beleggingsobjecten, zoals grond, goud en hout. Ook is er een waarschuwingslijst tegen boiler rooms op de AFM-website in het leven geroepen, waardoor de AFM in 2010 sneller heeft kunnen waarschuwen tegen specifieke boiler rooms.”

Handhaving: “Nam het aantal (formele) toezichtmaatregelen sinds 2007 sterk toe, in 2010 stabiliseerde dit aantal zich. Het aantal informele maatregelen daalde. De AFM legde in totaal 53 boetes op, één meer dan in 2009. De meeste boetes zijn opgelegd aan kredietaanbieders, adviseurs en bemiddelaars. In veel gevallen was sprake van overtreding van de regels die ondernemingen opdragen klantgericht te adviseren. De AFM legde 42 lasten onder dwangsom op in 2010; dit is minder dan in 2009, toen het er 59 waren. De lasten werden vooral opgelegd omdat de AFM twijfels had over de legaliteit van bepaalde activiteiten en ondernemingen weigerden de gevraagde informatie aan de AFM te geven.

Het aantal aangiftes bij het Openbaar Ministerie is gedaald van vijftien in 2009 naar twaalf in 2010. Er werd vijf keer aangifte gedaan tegen partijen die zonder vergunning opereerden, drie keer voor mogelijk marktmisbruik en twee keer op grond van de Wet handhaving consumentenbescherming. Er werd ook aangifte gedaan tegen een aanbieder van financiële producten en tegen een adviseur en bemiddelaar.”

GEEN REACTIES