Aflossen hypotheek met pensioen en de Europese regels

In strijd met gelijke behandeling: vrouwen kunnen meer aflossen dan mannen en discriminatoir: ouderen krijgen hogere afkoopwaarde dan jongeren.

Het voorstel van de Reformatorisch maatschappelijke unie (het ‘RMU-plan’) in 2011 om het werknemersdeel van de pensioenpremie in te kunnen zetten voor het (deels) aflossen van de woningschuld is door het kabinet indertijd positief ontvangen. Hiermee, aldus het kabinet, kunnen de risico’s van te hoge woningschuld worden teruggebracht en de woningmarkt worden volt getrokken.

Het kabinet heeft nu een eerste verkenning uitgevoerd op welke wijze het RMU-plan ingepast kan worden in de bestaande instituties.

Daarbij stuit het kabinet op belangrijke complicaties binnen het Europeesrechtelijke kader.

“De inpassing van het premievoorstel heeft tot gevolg dat vrouwelijke werknemers, die gebruik maken van een pensioenregeling die met actuariële premies worden bekostigd en die gebruik maken van de keuzemogelijkheid, meer hypotheek kunnen aflossen dan hun mannelijke collega’s. Dit hangt samen met het verschil in levensverwachting tussen beide groepen. Dit is in strijd met de verdragsrechtelijke bepalingen (als neergelegd in artikel 10 Verdrag betreffende de Europese Unie, artikel 21, 23 van het Handvest voor grondrechten van de EU), alsmede de Europese Richtlijn (zoals 2006/54/EG) en Nederlandse wetten voor gelijke behandeling. Voor dit juridische probleem is vooralsnog geen eenvoudige oplossing gevonden.

Openstaande vraag bij de afkoopvariant is of er voldoende juridische grond is voor het gegeven dat ouderen voor dezelfde aanspraak een hogere afkoopwaarde krijgen dan jongeren. Zo niet, dan is mogelijk sprake van leeftijdsdiscriminatie. (Europese Richtlijn 2000/78/EG). Dit wordt thans bezien."

Voordelen

Het aanvankelijk uitgesproken positieve effect dat de risico’s van te hoge woningschuld met dit plan kan worden verminderd, wordt in de brief van staatssecretaris Klijnsma aan de Tweede Kamer genuanceerd: “De verkenning laat ten aanzien van de schuldvermindering van individuen zien dat de effecten positief, maar beperkt van omvang zijn. Jongeren en lagere inkomens verminderen hun woningschuld bij gebruik van de keuzemogelijkheid het minst.”

Wel leiden de extra aflossingen op termijn tot meer transacties op de woningmarkt. “Huishoudens die nu ‘onder water’ staan, krijgen meer mogelijkheden te verhuizen. Een deel van de mensen zal de vrijgevallen pensioengelden bij verhuizing naar verwachting bovendien gebruiken voor de financiering van een duurdere nieuwe woning. De huizenprijzen zullen daardoor licht stijgen.”

Nadelen

Als negatief effect noemt het kabinet dat de bestedingsruimte na pensionering wordt beperkt, wat leidt tot een “beperkt lagere levensstandaard na pensionering.”

Dat hangt vooral samen met het feit dat het verwachte gemiddeld rendement van het aflossen van de woningschuld lager is dan het verwachte gemiddeld rendement op een (gediversifieerde) pensioenportefeuille, “alhoewel de hoogte van laatstgenoemde rendement naar verwachting beperkter zal zijn dan de achterliggende jaren”.

Voorts laat de verkenning zien dat deelnemers die geen gebruik (kunnen) maken van de keuzemogelijkheid te maken krijgen met een beperkt negatief effect op hun pensioenvoorziening. Ze betalen een beperkt hogere premie (of ontvangen een lager pensioen). Dat hangt samen met de solidariteit in het pensioenstelsel.

GEEN REACTIES