“Actuariële functie bij kleine schadeverzekeraars niet nodig”

Solvency II Basic schrijft de actuariële functie als een van de sleutelfuncties voor. Verbond en FOV vinden dat niet proportioneel.

In een brief aan de Vaste commissie voor Financiën van de Tweede Kamer reageert het Verbond van Verzekeraars op het wetsvoorstel implementatie Omnibus II richtlijn.

In grote lijnen tonen verzekeraars zich verheugd over de Solvency II richtlijn, inclusief de via de Omnibus II ingebrachte aanpassingen. “Deze reflecteert beter de economisch en risicogebaseerde benadering die immers het oorspronkelijke uitgangspunt was bij de herziening van de bestaande richtlijnen. Als het aan de sector had gelegen was de richtlijn al eerder ingevoerd dan de nu vastgestelde invoeringsdatum van 1 januari 2016, in die zin zijn wij verheugd dat de vele jaren van voorbereidingen niet tevergeefs zijn geweest.”

Wel blijft het Verbond hameren op het ongelijke speelveld ten aanzien van de kapitaaleisen voor de banken. “Door een andere waarderingsmethodiek leggen deze een zware druk op verzekeraars.”

Solvency II Basic

De bepalingen ter zake van ‘verzekeraars met beperkte risico omvang’ (Solvency II Basic) betreffen een puur nationaal toezichtregime voor verzekeraars die niet onder de reikwijdte van de Solvency II richtlijn vallen. Het betreft zowel kleine schade – en levensverzekeraars als kleine natura-uitvaart verzekeraars.
Het Verbond en de Federatie van Onderlinge Verzekeraars zijn betrokken geweest bij de eerdere gedachtewisselingen over dit BASIC regime en staan er in grote lijnen positief tegenover, vooral waar in het kader van proportionaliteit onder andere gekozen is voor vereenvoudigingen, beperkte rapportage-eisen, geen ORSA verplichting en geen kapitaalopslag.

Problemen hebben de verzekeraarskoepels met de invulling van een van de sleutelfuncties, namelijk de actuariële functie afkomstig uit Solvency II. Het verplicht stellen van deze functie houdt te weinig rekening met het proportionaliteitsbeginsel en de zeer beperkte omvang, aard en complexiteit van de betrokken instellingen, “waarbij wij speciaal doelen op kleine schadeverzekeraars. Voor deze categorie zou de instelling van de actuariële functie moeten vervallen en zou de huidige praktijk van certificering door een externe actuaris gehandhaafd kunnen blijven. Door deze differentiatie zou de bepaling inzake de actuariële functie alleen betrekking hebben op (kleine) leven- en natura uitvaartverzekeraars die in tegensteling tot schadeverzekeraars wel met meer complexe berekeningen te maken hebben.”

GEEN REACTIES