De minister vindt het niet in de rede liggen contact te zoeken met financiële instellingen om na te gaan in hoeverre er interesse bestaat voor zijn twee hypotheken-constructie.
Dat antwoordt hij op schriftelijke vragen van SP-Tweede Kamerlid Paulus Jansen.
Hij heeft evenmin nagegaan hoe de notariskosten van de tweevoudige lening zich verhouden tot die van een enkele annuïteitenhypoitheek. Hij merkt op dat niets zich verzet tegen het tegelijk vestigen van beide hypothecaire leningen door middel van één notariële akte. “Het is de verwachting dat een dergelijke akte met twee leningen uitvoeriger is dan een akte met alleen de annuïtaire lening. Waarschijnlijk leidt dit tot iets hogere kosten. Wanneer de tweede hypothecaire lening op een later moment wordt gevestigd is een aparte notariële akte nodig.”
Daarbij stelt hij dat het niet in de rede ligt contact te zoeken met partijen over de precieze vormgeving van de binnen deze randvoorwaarden denkbare producten en bijbehorende consequenties.
Datzelfde argument hanteert Blok in zijn antwoord op de vraag of hij contact heeft opgenomen met de banken: “Het ligt niet in de rede contact te zoeken met banken of andere financiële instellingen om na te gaan in hoeverre er interesse bestaat om een tweede lening ter gedeeltelijke financiering van het aflossingsgedeelte van de annuïtaire lening aan te bieden. Dat is aan banken en andere financiële instellingen zelf om te beoordelen. De rijksoverheid moet zich niet in die afweging mengen. De rijksoverheid heeft in deze ‘enkel’ een rol door de praktijk vooraf duidelijkheid te bieden over wettelijke gevolgen.”
Blok weet nog niet of zijn papieren constructie leidt tot concrete producten: Het is nog niet bekend tegen welke voorwaarden dergelijke producten eventueel zullen worden aangeboden. Er is na publicatie van het Woonakkoord wel contact geweest met de NVB over vragen die de banken hebben.”
In zijn antwoord geeft de minister een aantal rekenvoorbeelden met en zonder tweede lening.
