Memories : Proosten ! ……………..op de zegeningen van Layers

Deel 32 uit de verhalenreeks Memories 
Verzekeraars en verzekerden….
Wat is verzekeren op basis van Layers ?

Als voor een bedrijf een verzekering wordt afgesloten, dan wordt doorgaans de verzekerde omvang nadrukkelijk in de polis genoemd.

Maar als de verzekerde som de 100 miljoen overschrijdt, dan kan het interessant worden om de structuur van de verzekering te wijzigen.

  1. Stel dat de verzekerde omvang 180 miljoen is en een aantal verzekeraars dekt in dat geval alle schade tot een bedrag van 50 miljoen…
    De eerste polis dekt in dat geval “50 miljoen premier risque als deel van 180 miljoen.
    Verzekeraars weten nu dus ook dat zij maximaal de klos zijn als de eerste 50 miljoen schade is gevallen. Zij kunnen dan dus geen beroep doen op onderverzekering.
  2. Vervolgens moet men dus een zgn 2nd layer plaatsen voor het resterende
    – onverzekerde – bedrag van 130 miljoen.
    Die groep verzekeraars dekken dan uitsluitend de schade indien de omvang groter is dan de 50 miljoen die immers altijd door de eerste groep verzekeraars wordt gedragen.
    De tweede layer zou in dit voorbeeld een verzekerde omvang moeten hebben van 130 miljoen “in aanvulling op” 50 miljoen, zodat in totaal 180 miljoen gedekt is in geval van een total loss.

    1. Verzekeraars die de eerste layer dekken, weten in dit geval dat zij feitelijk 180 miljoen aan spullen verzekeren, maar dat hun aansprakelijkheid beperkt is tot 50 miljoen.
      Zij berekenen een hogere premie omdat de totale omvang van de verzekerde belangen groter is van het premier risque gedekt bedrag.
  3. Verzekeraars die de tweede layer dekken, weten in dit geval dat zij feitelijk 180 miljoen aan spullen verzekeren, maar dankzij de eerste layer, hoeven zij de eerste 50 miljoen nooit te betalen. Dus berekenen zij een lagere premie.
  4. Soms is er sprake van meerdere layers.
    Steeds als het totaal verzekerde belang omvangrijker wordt, lopen de 1e verzekeraars
    meer risico en zij berekenen dan een hogere premie.
  5. Maar iedere layer maakt dus deel uit van het totaal verzekerde belang. Dat is cruciaal om te voorkomen dat er toch sprake is van onderverzekering en dus moet dat ook steeds helder blijken uit de relevante polis.

Onderstaand verhaal speelt in 1989.
De firma Blokker was toen landelijk zeer succesvol en in vrijwel ieder dorp of gemeente was Blokker present met 1 of meerdere winkels van deze winkelketen.
Wij hebben in Nederland de gewoonte om in december onze gezinsleden niet één, maar twee keer te overladen met cadeaus. De verjaardag van Sinterklaas en het Kerstfeest vallen immers beiden in de maand december.

De honderden winkels van Blokker worden dagelijks voorzien van nieuwe voorraad en de bevoorrading van winkels werd ook toen al geregeld vanuit het Distributiecentrum in Mijdrecht.
Normaal gesproken volstond te Mijdrecht een polis met een verzekerde omvang van b.v. 200 miljoen. 50 miljoen werd gedekt via de premier risque dekking.
En via een tweede layer werd nog eens 150 miljoen gedekt.
– 50 miljoen premier risque als deel van 200 miljoen.
– 150 miljoen als deel van 200 miljoen met een eigen risico van 50 miljoen.
Vanwege Sinterklaas zou de voorraad tijdelijk hoger zijn dan normaal. Dus werd de makelaar verzocht om de verzekeringsdekking tijdelijk te verhogen met 200 miljoen.

De makelaar regelde dat door het afsluiten van een derde layer van 200 miljoen.
200 miljoen als deel van 400 miljoen.

Omdat de Kerstvoorraad ook reeds gearriveerd was, heeft Blokker de makelaar gemeld dat
de verzekerde som nog niet toereikend zou zijn.
De makelaar besloot tot het afsluiten van een vierde layer van 200 miljoen.
200 miljoen als deel van 600 miljoen
Omdat een eventuele brand mede gevolgen zou hebben voor het bedrijfsresultaat, gaf
Blokker de makelaar opdracht de verzekerde omvang te verhogen met de imaginaire winst die bij verkoop geboekt zou worden.
De makelaar sloot aanvullend een vijfde layer van 200 miljoen.
200 miljoen als deel van 1 miljard.
En een zesde layer van 200 miljoen als deel van 1 miljard.

Op 18 oktober 1989 heeft een bewaker, werkzaam bij het distributiecentrum vermoedelijk een brandende sigaret achteloos weggeworpen tussen de emballage.

De omvang van de schade was dus in mijn herinnering 850 miljoen.
De uitbetaling van de schade bleek na vele maanden nog niet te vlotten, dus zocht ondernemer Jan Blokker advies bij derden en zo kwam hij bij mij terecht.
Nadat Blokker mij de stukken had toegezonden, bleek mij dat de makelaar verzuimd had om de verzekerde omvang van de hoofdpolis aan te passen.
De eerste polis dekte immers 50 miljoen als deel van 200 miljoen.
Maar op het moment van de schade bleek de verzekerde omvang 1 miljard te zijn.
Met andere woorden er was sprake van een onderverzekering van 800 miljoen t.a.v. de hoofdpolis. Een onderverzekering van 80 %.
Dus verzekeraars waren slechts bereid tot het uitbetalen van 20% van 50 miljoen = 10 miljoen.
Ook de verzekeraars die de 2e layer dekten, hadden problemen met het erkennen van
hun aandeel in de schade. Er zou immers premier risque 50 miljoen elders gedekt zijn.
En ook voor de 2e layer was sprake van een onderverzekering omdat het verzekerde belang 1 miljard bedroeg, maar de verzekerde omvang ging niet verder dan 200 miljoen.
ook hier een onderverzekering van 80 %, zodat zij bereid waren om niet meer te vergoeden dan 20% van 150 miljoen voor de 2e layer = 30 miljoen.
Vergoeding 1e Layer 10 miljoen
Vergoeding 2e Layer 30 miljoen

Op dit punt in het dossier is er dus sprake van een ongedekte schade ten belope van 160 mijoen.

De derde layer dekte 200 miljoen als deel van 400 miljoen.
Hier was dus sprake een onderverzekering van 60 % omdat de omvang van het belang feitelijk 1 miljard bedroeg. Ofwel 40 % gedekt.
Deze verzekeraars erkenden de schade, maar slechts ten belope van 80 miljoen = 40 % van 200 miljoen (de derde layer).

De vierde layer dekte 200 miljoen als deel van 600 miljoen.
Zelfde probleem : een onderverzekering van 40% ten opzichte van het belang dat 1 miljard bedroeg.
Zij erkenden de schade, maar slechtsten belope van 60 % van 200 miljoen = 120 miljoen.

De vijfde layer dekte nog eens 200 miljoen als deel van 1 miljard.
Geen probleem : van onderverzekering was geen sprake en zij erkenden de schade, en voldeden 200 miljoen.

De verzekeraars van de zesde layer dekten eveneens 200 miljoen als deel van 1 miljard, dus ook die verzekeraars hadden geen enkele reden om vergoeding te weigeren.
Zij dekten de laatste 200 miljoen en daarvan was 50 miljoen door schade verloren gegaan.
Uitkering van 50 miljoen.

Alhoewel er voor 1 miljard dekking was, waren verzekeraars niet bereid om samen meer te betalen dan :
1e Layer :   10 miljoen
2e Layer :   30 miljoen
3e Layer :   80 miljoen
4e Layer : 120 miljoen
5e Layer : 200 miljoen
6e Layer :   50 miljoen
————————-  490 miljoen
Met andere woorden : als gevolg van een fout van de makelaar zou Blokker maar liefst
360 miljoen minder krijgen dan de omvang van de schade.

U zult begrijpen dat Jan Blokker toen eindelijk begreep waarom de afhandeling van de schade al zo’n lange tijd in beslag had genomen.

De makelaar werd vanzelfsprekend door Jan Blokker ter verantwoording geroepen.
De beroepsaansprakelijkheidsverzekering van de makelaar reikte niet verder dan 50 miljoen, dus zag de directie van deze gerenommeerde makelaar zich genoodzaakt de aandelen van het bedrijf te verkopen aan een grote buitenlandse collega. Met dat geld kon het verschil alsnog worden gedekt.
En zo kwam een einde aan een lange geschiedenis van een groot Nederlands familiebedrijf.

Meer van zulke verhalen treft u aan op deze pagina : Memories

GEEN REACTIES