Brandende liefde van een Noorse sexboerin uit het Groningse Norg

Op enig moment werden wij bij Lugt Sobbe Assuradeuren benaderd door een assurantieadviseur die bij ons een verzekering wilde afsluiten voor een grote boerderij te Norg.
De boerderij was eigendom van een man met een naam die allen iemand uit Noorwegen of Zweden zou kunnen hebben.
Zoiets als Jansson, Carlsson… (vanwege privacy regels noemen wij zijn echte naam niet).

Er werd offerte gemaakt voor een klassieke boerderij met rieten kap.
Inclusief bepalingen die gebruikelijk zijn als er sprake is van een open haard.

“Uitsluitend voor het stoken van hout, NIET voor het stoken met vloeibare brandstoffen”.
“Een vonkenvanger op het dak” en ga zo maar door.

U raad het al : op enig moment werd ons gemeld dat de boerderij was afgebrand.
Total loss.
Experts ontdekten dat er sprake was van brandstichting.
De sporen wezen uit dat er vloeibare stoffen over de houten vloeren waren
gegoten. En dat deze de omvang van de schade hadden vergroot.

Maar geen spoor van de daders.

Ter plaatse werd vernomen dat er sprake was van een boerderij waar ook prostituees hun diensten aangeboden hadden. Feitelijk was er sprake van een sex-boerderij.
De verdenking viel derhalve meteen op wraakacties vanuit de autochtone bevolking.

Maar er konden geen verdachten worden geselecteerd.

De eigenaar/verzekerde hield bij hoog en bij laag vol dat hij elders (te Rotterdam) verbleef ten tijde van het ontstaan van de brand. Hij kon daarover zelfs verklaringen van derden opleveren.
Omdat het dossier vol zat met tegenstrijdigheden en ik kon verzekeraars maar niet
overtuigen van de noodzaak om de schade te erkennen. Het bleek te gaan om een man van Surinaamse afkomst, maar met een Scandinavische naam.

Een dagvaarding werd ontvangen en alhoewel de schadedatum dateerde van ver voor de datum waarop ik daarvoor verantwoordelijk werd, heb ik het dossier eens goed doorgenomen.
Ik kwam daarin een aantal namen tegen van politiemannen.

Dus besloot ik deze lieden eens te bellen. Inmiddels waren zij niet meer werkzaam
in Norg. Eentje trof ik aan bij de politie te Steenwijk.
Ik vroeg hem of hij op de dag van de brand wellicht een grote Amerikaanse slee (auto) te Norg was opgevallen.
Dat bleek het geval en hij kon zich herinneren dat die auto bij de plaatselijke supermarkt fout geparkeerd stond. Hij had een boete uitgeschreven.

Ik verzocht hem om na te kijken op welk kenteken de betreffende boete was uitgereikt.
Het bleek het kenteken te zijn van een auto die op naam van de Noorse persoon was
uitgereikt.

Daarmee geconfronteerd, erkende de verzekerde dat hij die dag zijn zus naar het huis te Norg had gebracht.
De zus erkende dat zij die dag in Norg was geweest, maar dat zij niet kon verklaren wat de oorzaak van de brand kon zijn geweest.
Tot ik een getuige vond die kon verklaren dat hij enkele jerrycans met benzine had gevuld voor mensen die hadden gemeld dat zij met hun benzine-slurpende Amerikaan op vakantie zouden gaan.

Vervolgens verklaarde de zus dat zij die jerrycans inderdaad had gekocht, maar dat deze diende om de open haard te kunnen aanmaken. Haar broer had zorggedragen voor het vervoer van de brandstof.

Aangezien de polis was voorzien van een clausule waarin stond dat de open haard uitsluitend mocht worden gebruikt voor het stoken van vaste brandstoffen, wezen wij de schade resoluut af.
Blauwe vlammen op de voer
Het feit dat de vloeren van de boerderij drijfnat waren van de benzine, hoefden wij niet eens meer te gebruiken als bewijs van brandstichting.

Het moge duidelijk zijn dat de zus van de klant met een specifieke opdracht naar Norg was gebracht.

Meer van zulke verhalen treft u aan op de pagina : Memories

GEEN REACTIES