Wachten op het Algemeen Pensioenfonds (APF)

De grootste hausse is inmiddels achter de rug en het landschap van meer dan 1.000 verschillende pensioenfondsen eind jaren ‘90 is geslonken tot zo’n 320 fondsen eind 2015. Maar het einde is nog niet in zicht. Jaarlijks starten nog steeds zo’n 30-40 fondsen een liquidatietraject. “Er zijn er zeker meer die dezelfde intentie hebben”, bevestigt Liesbeth Goverse, afdelingshoofd Toezicht Kleine Pensioeninstellingen bij DNB, desgevraagd. “Een aantal van hen zijn inderdaad wachtende op de start van het APF.“

Tijdens de IIR Pensioenreeks op 10 maart zal Goverse dieper ingaan op de aandachtsgebieden van de toezichthouder in een transitietraject. Wat er allemaal bij komt kijken en welke stappen een fonds moet zetten, heeft DNB uitgebreid beschreven in eigen voorlichtingsmateriaal.

“Voor ons is het belang van de deelnemer het belangrijkste uitgangspunt bij de beoordeling van een collectieve waardeoverdracht”, vertelt Goverse. “De deelnemer mag geen nadeel ondervinden, niet bij de overdragende partij en ook niet bij de ontvangende partij.” Uiteraard is dat makkelijker gezegd dan gedaan. Zo komt het voor dat een pensioenfonds een lagere dekkingsgraad heeft dan het pensioenfonds waar het naartoe gaat. Soms is het nodig dat een fonds dan eerst over gaat tot korten. Goverse: “Het gaat bij de beoordeling van deze situaties vooral om de argumentatie waarom het fonds van mening is dat de overdracht in het belang van de deelnemers is. Als de toekomst zonder liquidatie beduidend slechter is dan een gering nadeel bij liquidatie en overdracht, dan kan het zijn dat wij geen verbod opleggen. Maar bij korten zonder een goed verhaal zullen wij wel een verbod opleggen”.

Combinatie van factoren
Het verbaast Goverse niet dat pensioenfondsen willen ophouden te bestaan. “De wet- en regelgeving is veel strenger geworden. Het is combinatie van verschillende factoren die pensioenfondsen tot liquidatie doen besluiten. Bij vrijwel alle fondsen speelt de kostenoverweging een rol, gevolgd door het feit dat het lastig is geschikte bestuurders te vinden. Bij een aantal fondsen is de vergrijzing en ontgroening van het fonds een extra reden.”

Proces lastiger
Als Goverse terugkijkt op de consolidatieslag constateert ze dat het in het verleden vooral kleinere fondsen waren. “Veel OPF-en gingen toen over naar een BPF of een verzekeraar. De laatste jaren gaat het echter steeds meer om middelgrote fondsen. We zien dan ook dat de gemiddelde overdrachtswaarde fors is gestegen”. Een ander verschil is dat er nu ook meer soorten pensioenuitvoerders zijn: naast overdracht aan een verzekeraar, OPF of BPF, kan ook worden overgedragen naar een PPI en straks nog het APF.

Het komt tegenwoordig voor dat bij liquidatie van een pensioenfonds het vermogen wordt overgedragen naar verschillende uitvoerders, terwijl we vroeger vooral overdrachten naar één uitvoerder zagen. “Deze situatie kan zich bijvoorbeeld voordoen als een bedrijf groepen medewerkers heeft die onder verschillende verplichtstellingen vallen, maar daar, toen het OPF nog bestond, voor waren vrijgesteld. Dan gaan die groepen deelnemers over naar het verplichtgestelde BPF, terwijl de deelnemers die niet onder een verplichtstelling vallen naar bijvoorbeeld een verzekeraar overgaan. In combinatie met het feit dat de gemiddelde overdrachtswaarde stijgt, wordt het beoordelen van evenwichtige belangenafweging van de overdracht complexer”, vertelt Goverse.

Hoewel het proces nu complexer is, duurt het beoordelingstraject bij DNB niet langer dan voorheen, stelt Goverse. “DNB neemt binnen drie maanden een beslissing over het verzoek tot overdracht. Er ontbreekt vaak wel informatie in de aanvraag, maar dat heeft geen impact op de termijn van drie maanden als het fonds de informatie alsnog snel levert. Het komt weinig voor dat DNB uiteindelijk een verbod tot collectieve waardeoverdracht oplegt, omdat fondsen meestal zelf al tot de conclusie zijn gekomen dat een overdracht niet haalbaar is. Het gehele liquidatietraject van het fonds zelf duurt overigens meestal 1 a 2 jaar.”

Wft vs FTK
Tot slot wordt Goverse nog gevraagd naar de ophef over het feit dat een APF niet onder de Wft valt. Goverse geeft aan dat de wetgever er inderdaad voor heeft gekozen om het APF onder het FTK te laten vallen, net zoals dat voor pensioenfondsen het geval is. Dit heeft consequenties indien er een waardeoverdracht plaatsvindt van een verzekeraar naar een APF. “Deelnemers krijgen bij een overdracht van een verzekeraar naar een APF te maken met een lagere zekerheidsmarge. Het is van belang dat deelnemers dit goed beseffen en begrijpen wat de mogelijke impact daarvan is. De verzekeraar en werkgever hebben een zorgplicht om goede voorlichting hierover te geven, zodat de deelnemer een weloverwogen besluit kan nemen. Bij een overdracht van een verzekeraar naar een APF moeten de deelnemers namelijk instemmen met de voorgenomen overdracht. ”

Liesbeth Goverse preekt op de IIR Pensioen Reeks dag 1 op 10 maart. 

GEEN REACTIES