Verzekerde met klacht over hoge ORV-premie vangt bot bij Kifid

Verzekerde met klacht over hoge ORV-premie vangt bot bij Kifid
© Goumbik, Pixabay

Een consument beklaagt zich over de te hoge premie van zijn al decennia lopende overlijdensrisicoverzekering. Daarnaast vindt hij dat zijn verzekeraar, de Rabobank, zich ten onrechte verschuilt achter het zijn van tussenpersoon, terwijl de bank hetzelfde bedrijf is als de verzekeraar. Helaas voor hem gaat het Geschillencommissie van het Kifid hier niet in mee.

De ORV van verzekerde loopt al 29 jaar. Bij het wijzigen van zijn hypotheek medio 2021 is verzekerde door de Rabobank geattendeerd op de mogelijkheid de ORV over te sluiten. De man is bij het ontvangen van de door hem opgevraagde offerte geschrokken van het premieverschil van ongeveer 35% met zijn huidige ORV.

Klagen bij de bank leidde niet tot een oplossing, dus de partijen treffen elkaar bij het Kifid. De verzekerde vordert een financiële compensatie van tenminste 50% van het premieverschil gedurende de gehele looptijd van de ORV.

Verwijzen naar eerdere uitspraken

De consument merkt daarbij op dat de bank zich verschuilt achter het zijn van tussenpersoon, terwijl de bank hetzelfde bedrijf is als de verzekeraar. Ter onderbouwing stelt hij dat de bank zich ten onrechte beroept op haar rol als tussenpersoon en daarbij verwijst naar eerdere uitspraken van de Commissie van Beroep inzake zorgplicht. In de uitspraken van 28 mei 2020 (CvB 2020-020) en van 12 juni 2020 (CvB 2020-026) oordeelt de Commissie van Beroep over het ontbreken van een (na)zorgplicht van een tussenpersoon bij de premiedalingen van overlijdensrisicoverzekeringen.

Volgens deze uitspraken zijn verzekeringstussenpersonen niet verplicht om de consument te informeren over premiedalingen in de markt. Zij hebben slechts een nazorgplicht om de verzekeringnemer tijdig te wijzen op feiten die hun bekend zijn geworden en die gevolgen hebben voor de dekking van verzekeringen. Algemene marktontwikkelingen, zoals premiedalingen in de verzekeringsmarkt, hebben geen gevolgen voor de dekking van de ORV en vallen naar het oordeel van de Commissie van Beroep dan ook buiten de zorgplicht.

Misbruik van vertrouwen

Dit verweer gaat volgens de verzekerde dus niet op, omdat volgens hem de bank slechts in juridische zin tussenpersoon is, terwijl er feitelijk sprake is van één en hetzelfde bedrijf. Verzekerde spreekt van een financiële instelling die loyale klanten jarenlang bijna drie keer zoveel laat betalen voor exact hetzelfde product als zij vraagt aan nieuwe klanten. Daarbij maakt Rabobank volgens hem misbruik van het vertrouwen dat klanten in haar hebben.

De Geschillencommissie van het Kifid gaat hier echter niet in mee. Zowel op de verkregen polisbladen als in de communicatie tussen de bank en de consument blijkt dat de bank de tussenpersoon is. Hoewel op het allereerste polisblad uit 1992 niet eenduidig is aangemerkt dat de bank de tussenpersoon is, is dit in ieder geval op het polisblad van 2014 en de hierop volgende polisbladen helder gecommuniceerd, aldus de Commissie.

De commissie oordeelt dat de bank een verzekeringstussenpersoon is – in zowel formele als materiële zin – en dat de zorgplicht dus niet meebrengt dat de bank de consument had moeten informeren over algemene marktontwikkelingen zoals premiedalingen in de verzekeringsmarkt. De vordering van de consument wordt afgewezen.

Bron: Kifid

GEEN REACTIES