Slagingspercentage initieel examen Hypothecair Krediet zakt langzaam weg

Letselschade Raad werkt aan keurmerk
© Pixabay

Voor beginnende hypotheekadviseurs blijft het de grote te nemen horde: het initieel examen Hypothecair Krediet. Steeds minder kandidaten slagen.

Dat blijkt uit de slagingsstatistieken van het CDFD. Het percentage voor Hypothecair Krediet evenaarde vorige maand het voorlopig dieptepunt van november 2019 van 35%. De statistieken geven al langere tijd geen reden tot enthousiasme; zelden werd de grens van 50% geslaagden geslecht. Maar sinds vorig jaar glijden de statistieken nog verder af.

In de periode april 2018 tot maart 2019 slaagde gemiddeld nog 46,9% voor het initieel examen Hypothecair Krediet. De daarop volgende periode nam dit af naar 40,6%. In de eerste helft van de huidige periode daalde het verder naar gemiddeld 39,2%, met augustus en september als negatieve uitschieters.

Behalve met Hypothecair Krediet hebben beginnende adviseurs ook veel moeite met het initieel examen Vermogen. Van een slagingspercentage van 45,7% in 2018/2019 daalde dit naar 42,9% in de periode 2019/2020 om vervolgens dit jaar weer iets aan te trekken naar 44,3%.

De vraag is dan natuurlijk wat hiervan de oorzaak is. Hypothecair Krediet en Vermogen hebben in elk geval gemeen dat er regelmatig sprake is van complexe berekeningen, al dan niet in combinatie met fiscale regelgeving. Je zou daaruit kunnen concluderen dat de rekencapaciteit van jonge adviseurs (nog) niet je van het is. Maar dit zou toch geen onoverkomelijke drempel moeten zijn. Het is op dit punt vooral oefenen, oefenen, oefenen.

Een ander gemeenschappelijk punt is dat onderwerpen rond hypotheken en vermogensopbouw vaak betrekking hebben op markeerpunten in het leven: trouwen en scheiden, geboorte en overlijden, werk en ontslag, ziekte en pensioen. En of je dat nu leuk vind of niet: dan is ook enige levenservaring vereist om bepaalde casussen echt te snappen. Beginnende adviseurs hebben in dit verband een ongewilde handicap van een relatief jonge leeftijd.

Vanuit dat perspectief bekeken is het dan in elk geval positief dat de samenstellers van de examens niet ‘meebuigen’ richting de jonge adviseurs, omdat het leven en de cliënten ook niet meebuigen. Cliënten verdienen een adviseur die hun omstandigheden goed kan doorgronden. En als dat betekent dat je twee, drie of misschien wel vier keer een examen moet doen om je als adviseur te vestigen, dan rest niets anders dat te accepteren.

GEEN REACTIES