‘Schikkingen woekerpolis voor verzekeraars een feest, voor verzekerden een tranendal’

René Graafsma

Het Financieele Dagblad noemde René Graafsma in 2014 de nestor van de woekerpolis. Zo was hij onder meer de geestelijk vader van de in 2017 gerealiseerde Allianz-schikking en van vergelijkbare schikkingen. Van hem wilden we weten wat hij vindt van de onlangs tot stand gekomen schikkingsvoorstellen van A.S.R en Nationale-Nederlanden.

Hoe bent u betrokken geraakt bij de woekerpolisaffaire?

‘Jarenlang was ik actief als tussenpersoon met een eigen kantoor, gespecialiseerd in pensioenen en langlevenvoorzieningen. In 2005 kreeg ik een brief van Nationale-Nederlanden met als aanhef ‘Vraag niet hoe het kan, maar profiteer ervan’. In die brief stond vermeld dat de tarieven van periodieke premiebetalingen voor consumenten fors waren verlaagd, waardoor Nationale-Nederlanden op dat moment de laagste premie in de markt had voor vergelijkbare producten in Nederland. Die premie was tot wel 20 procent lager dan het eerdere product en dat van de concurrentie. Niet aangegeven was dat naast de niet vermelde kosten de lagere premies ook mogelijk waren doordat de winst- en beleggingsresultaten – de woeker! – in de premie was verwerkt. Het was dus de bedoeling dat je hierover ook geen vragen ging stellen als adviseur.’

En wat was uw reactie?

‘Naar aanleiding van die brief ben ik dus wel vragen gaan stellen, want ik kwam erachter dat ik tot die tijd vrij naïef vertrouwde op wat de verzekeraars mij vertelden. Alleen, ik kreeg nergens antwoord op. Ik heb toen besloten mijn verantwoordelijkheid te nemen ten aanzien van mijn klanten en hen volledig te informeren over wat ik wel wist en wat niet. Vervolgens heb ik mijn portefeuille afgebouwd, mijn kantoor gesloten en mij daarna verdiept in herstelprocedures voor het verhalen van schades die zijn ontstaan door woekerpolissen.’

Waar kwam u achter met betrekking tot deze producten?

‘Ik kwam erachter dat deze polissen niet transparant waren en dat het begrip indirecte transparantie – waarmee destijds en nu nog steeds wordt geschermd – uiteindelijk inhield dat noodzakelijke informatie geheel ontbrak om daadwerkelijk tot een overeenkomst te komen. Ofwel, er zijn nooit rechtsgeldige overeenkomsten gesloten. Bovendien waren de polissen opzettelijk misleidend voor klanten. Het schuurt daarom tegen het begrip dwaling aan. Ik heb toen besloten wegen te vinden voor het compenseren van mijn eigen klanten en heb mij bekwaamd in het lesgeven en trainingen geven over woekerpolistechnieken en hoe schades zijn te herstellen.’

Wat is de essentie van het herstel?

‘Afhankelijk van het type polis pas je een werkwijze toe volgens de zogeheten Graafsma-methode, zoals dat destijds is gaan heten. Die methode is verdeeld in zeven onderdelen: G1 tot en met G7. De gekozen methode definieert de schade van de polis en laat zien hoe deze is te herstellen, te compenseren of tot een schikking te laten komen. Je creëert op deze manier een goed inzicht in de bovenmatige kosten en premies, plus de technische aspecten van de polis zoals het hefboomeffect. Al deze aspecten zijn namelijk van invloed op de einduitkering van de polis. Dit wordt vervolgens weer getoetst aan het beloofde rendement, de warme worst die de klant is voorgehouden ten tijde van het sluiten van het financiële product. Het verschil tussen de einduitkomst van de polis op basis van premies en verborgen kosten én het beloofde rendement van het product geeft richting aan de omvang van de schade.’

Waarom bestaat de Graafsma-methode uit verschillende onderdelen?

‘Dat komt omdat de aard van de polissen en portefeuilles per verzekeraar verschilt. Delta Lloyd, onderdeel van Nationale-Nederlanden, heeft bijvoorbeeld veel kleine polissen zoals spaarloonconstructies, terwijl Nationale-Nederlanden zelf juist omvangrijke beleggingshypotheken heeft. Zo is de schade van Nationale-Nederlanden, zoals eerder aangegeven, vooral ook tot stand gekomen doordat winst- en beleggingsresultaten in de premies zijn ondergebracht. Elke portefeuille vraagt dus om een specifieke techniek voor het op juridische gronden vaststellen van de schadeberekeningen.’

Hoe vindt u dat de woekerpolisaffaires van A.S.R. en Nationale-Nederlanden, inclusief onderliggende merken, tot een schikking zijn gekomen?

‘Bovenal is het goed te begrijpen dat er nog helemaal geen schikkingen zijn. Wat nu op tafel ligt – 250 miljoen euro voor A.S.R. en 360 miljoen euro voor Nationale-Nederlanden, inclusief onderliggende merken – zijn voorstellen om tot een schikking komen. Om deze tot uitvoering te brengen moet eerst 90 procent van de gedupeerden akkoord gaan. Beide voorgestelde schikkingen zie ik trouwens niet zomaar tot stand komen. Er is nu een heleboel marketing en positief mediagekletter, maar de feitelijke inhoudelijke uitleg van de voorgestelde schikkingen en de regelingen voor schrijnende gevallen is nog helemaal niet duidelijk. Dit in tegenstelling tot de eerder tot stand gekomen Allianz-schikking die mijn naam draagt, maar die ik vanwege persoonlijke omstandigheden alleen heb kunnen uitvoeren voor mijn eigen klanten. De contacten en de opgebouwde kennis heb ik aan anderen overdragen.’

Wat is de essentie van de Allianz-schikking?

‘De toegepaste methode van de Allianz-schikking sluit aan op jurisprudentie. Dat is essentieel. Het is dus niet iets wat zo maar uit de lucht is komen vallen als een soort handjeklap, zoals de huidige voorgestelde schikkingen. De basis is de zogeheten G6-methode; die komt erop neer dat er een maximering is in de vorm van een percentage van het restantbedrag na aftrek van de risicopremies. Dat klinkt misschien wat technisch, maar van belang is dat de Allianz-schikkingen worden gedragen door juridische feiten en ook relatief eenvoudig zijn uit te voeren. Dit leidde ertoe dat mijn klanten met de uitkomst van de schikkingen ook echt tevreden waren. Verder is het belangrijk dat schikkingen zijn te beredeneren en zijn gebaseerd op feiten.’

Waarom is dat van belang?

‘Zuivere redenaties op basis van feiten leiden niet tot situaties waarbij verzekerden uiteindelijk maar genoegen nemen met een ondermaatse schikking, omdat zij bijvoorbeeld al op leeftijd zijn. Want dat is nu juist het succes van het spel dat de verzekeraars hebben gespeeld: ze hebben het gerekt tot het einde! Met als slotsom dat de verzekeraars op dit moment de grote victoriekraaiers zijn in dit verhaal. Juist om die reden noem ik de voorgestelde schikkingen hypocriete flutoplossingen. Natuurlijk begrijp ik dat iemand van in de tachtig nu blij is met duizend euro, want dan heeft diegene er nog wat aan. Alleen, zo iemand had vijftien jaar geleden nog recht op tienduizend euro. Het schandalige spel van de verzekeraars is dat ze net zolang hebben gerekt tot de patiënt op het sterfbed lag en daar krijgt hij dan nu een fooi van zijn verzekeraar. Dat is in mijn ogen wrang, cynisch of zelfs gemeen te noemen.’

Maar er zijn toch ook wel jongere gedupeerden?

‘Dat klopt, de overgrote meerderheid van de polishouders is nog niet overleden en bovendien bestaat de mogelijkheid dat de rechten overgaan op de erfgenamen. Daarbij moet in alle individuele dossiers rekening worden gehouden met het verzamelen van de polisgegevens over de hele looptijd en de controleerbaarheid daarvan. Denk aan de gevolgen van echtscheidingen, hypotheekconstructies en fiscale aspecten. Daar bovenop komt de zorg voor de schrijnende gevallen – allemaal ingewikkelde taken en zorgplichten die op het bord van de adviseurs komen te liggen. Dus daarom pak ik samen met een aantal anderen het realistische dwalingsbegrip weer op en gaan we uitleggen dat de huidige schikkingsvoorstellen een feest zijn voor de verzekeraars en een tranendal voor de verzekerden. Met in hun kielzog de adviseurs die met deze taken worden opgezadeld.’

Hoe vindt u dat de schikkingsvoorstellen zich verhouden tot de werkelijk geleden schade?

‘Die verhouden zich helemaal niet. Het is een druppel op de gloeiende plaat. De aandelenkoersen van de verzekeraars zijn ook meteen sky high gestegen, terwijl als het ze echt pijn had gedaan het andersom was geweest. En dan dreigen de verzekeraars ook nog dat de aanspraken op compensatie mogelijk leiden tot een systeemrisico. Met andere woorden: de verzekerden worden verantwoordelijk gemaakt voor de systeemrisico’s , terwijl zij domweg het slachtoffer zijn van het winstbejag van de verzekeraars. Ter illustratie: op YouTube heb ik een interview naar buiten gebracht over een vergadering van een handvol directeuren van Nationale-Nederlanden die per stemming besloten de klanten slimmer te misleiden. Op diezelfde middag kenden ze elkaar overigens een gezamenlijke bonus toe van maar liefst 240 miljoen euro, aldus dezelfde bron. Let wel, die bonussen kwamen bovenop hun salaris van enkele tonnen. Dus over één jaar kennen ze elkaar een bedrag aan bonussen toe van een hoogte die is te vergelijken met het gehele schikkingsvoorstel van € 250 miljoen euro van A.S.R.. En dat gaat niet over een kleine groep mensen, maar over dertig jaar woekerpolismisbruik van vier miljoen klanten met zeven miljoen polissen. Inzichtelijker is het gebrek aan moraal bij de top van de verzekeraars niet te maken.’

Bent u van mening dat de Graafsma-methode moet worden toegepast op de schikkingsvoorstellen van A.S.R. en Nationale-Nederlanden?

‘Dat zou een noodzakelijke en wenselijke verbetering zijn. Het hoeft mijn naam niet te dragen, maar het moet duidelijk zijn dat de voorstellen die er nu liggen nog niet in de buurt komen van wat mogelijk is, óók zonder systeemrisico’s. Als de werkelijke compensatie zou worden gebaseerd op juridische gronden waaronder dwaling, dan is de uitkomst een heel ander verhaal – een verhaal dat wel recht doet aan de gedupeerden.’

Wat zijn de volgende stappen die u wilt zetten?

‘Dat begint de komende weken met het geven van de strafrechtelijke invulling aan de dossiers met verzamelde informatie en feiten. Een van de zeven G’s is een juridisch écht onderbouwde oplossing voor de consument. Want de oplossing die er nu ligt, is een schijnoplossing. Met betrekking tot dit aspect is het wellicht goed te vermelden dat Nationale-Nederlanden mij 2021 een donatie heeft gedaan van tienduizend euro, exclusief btw, om mijn toekomstig handelen als reactie op de lopende procedures te laten onderzoeken. Dat heb ik gedaan bij een advocatenkantoor naar eigen keuze op basis van alle stukken in mijn dossier. Dus alles wat ik nu zeg is ook nog eens juridisch onderbouwd op kosten van Nationale-Nederlanden.’

Waarom heeft Nationale-Nederlanden dat gedaan, denkt u?

‘Ze hadden waarschijnlijk de hoop dat ik daarmee zou inbinden, maar dat gaat nadrukkelijk niet gebeuren op basis van de feiten. Het blijft namelijk niet alleen bij civielrechtelijke argumenten; hier spelen ook bestuursrechtelijke en strafrechtelijke aspecten een rol.’

Het is toch opmerkelijk dat Nationale-Nederlanden u dit heeft laten doen?

‘Ongetwijfeld was het hun bedoeling mij te laten begrijpen dat wat ik voor ogen had een onverstandige daad zou zijn. Dat is alleen niet gebeurd, integendeel zelfs, het heeft mij eerder gesterkt.’

Wat is nu ongeveer de werkelijke schade in de woekerpolisaffaires van A.S.R. en Nationale-Nederlanden?

‘Bij A.S.R. is het heel ingewikkeld, want daar is het administratief een zooitje. Dus een van de problemen die A.S.R. met het huidige schikkingsvoorstel indirect oplost is hun ondeugdelijke polisadministratie. Dat gaat nu verkapt en niet-inzichtelijk aan de mensen voorbij. Maar om je vraag te beantwoorden: globaal kun je uitgaan van tussen de 30 en 40 procent van de inleg. Bij deze affaires gaat het dan om grofweg tien miljard euro per grote verzekeraar. Deze richtlijn voor het bepalen van de daadwerkelijke schade is overigens ook zo benoemd door Arnoud Boot, professor Corporate Finance and Financial Markets aan de Universiteit van Amsterdam.’

Wat vindt u van de rol van claimorganisaties zoals de Consumentenbond, stichting Woekerpolis, Woekerpolisproces en Wakkerpolis?

‘Die zijn hun beloftes niet nagekomen, is mijn mening. Bij de Consumentenbond hebben ze bijvoorbeeld eerder gezegd dat ze alleen genoegen zouden nemen met een regeling die zou gelden voor alle polissen, dus ook de polissen van andere polishouders en zelfs van andere verzekeraars. Dat is dus niet gebeurd. En vlak na de uitspraak van de Hoge Raad in september 2023, als antwoord op de prejudiciële vragen, heeft Ab Flipse van stichting Woekerpolis gezegd dat dit een miljardenklap voor de verzekeraars zou zijn. En zie wat er nu ligt? Waarbij aangetekend dat de administratieve last ook nog eens komt te liggen bij de verzekerden en de zorgplichtige adviseurs. Zij moeten onder meer alle gegevens aanleveren. En dat bottom line de reguliere media deze show op dit moment bewieroken, is natuurlijk gewoon teleurstellend. Dit terwijl de koers nog helemaal niet is gelopen.’

Waarom hebben de claimorganisaties dat op deze manier gedaan, denkt u?

‘Ik weet niet precies wat hun motieven zijn geweest. Wat ik wel weet is dat ze 10 procent commissie krijgen, wat natuurlijk heel veel geld is. Dus per claimorganisatie is dat 25 miljoen euro voor A.S.R. en 36 miljoen euro voor Nationale-Nederlanden. Dat zijn in mijn ogen perverse prikkels in optima forma die alle geloofwaardigheid van deze claimorganisaties hebben weggenomen.’

Dus het ging de claimorganisaties niet alleen om het klantbelang, maar ook om het eigen belang?

‘Ik durf te stellen dat de verdienmodellen van de claimorganisaties de doorslag hebben gegeven. Men was vergevorderd in het juridische proces, 80 procent van de race was gelopen, zei men. Men was het aan álle leden en deelnemers verplicht het werk af te maken. Dat waren hun eigen woorden.’

Tot slot, wat vindt u van het nieuwe pensioenstelsel op basis van de Wet Toekomst Pensioenen?

‘Dat is het woekerpensioen van de toekomst. En dat is de eerder genoemde belangenbehartigers – in turbo! – ook nog eens te verwijten. Woekerpolissen worden namelijk woekerpensioenen, omdat alle gebreken die in de woekerpolis zitten straks zijn terug te vinden in de geïndividualiseerde pensioenen. Het risico van de beleggingen komt per slot van rekening te liggen bij de deelnemers. Dat is nu allemaal mogelijk, omdat de kans op systeemcorrectie op basis van een functionerend rechtssysteem met deze schikkingsvoorstellen volledig is komen te vervallen. Dit komt doordat er uiteindelijk geen jurisprudentie tot stand is gekomen en geen feitelijke juridisch uitspraken zijn gedaan over de werkelijke oorzaken van de schade. En dat is echt een gemiste kans.’

GEEN REACTIES