Reacties evaluatie provisieverbod: zorgen om toegankelijkheid financieel advies

Reacties evaluatie provisieverbod: zorgen om toegankelijkheid financieel advies
© Pixabay

De toegankelijkheid van financieel advies is wel degelijk een punt van zorg. En er moet duidelijker onderscheid gemaakt worden tussen onafhankelijk advies en advies van een aanbieder. Deze zorgen blijken uit de eerste reacties op de evaluatie van het provisieverbod van minister Hoekstra, dat gisteren verscheen. Het provisieverbod an sich staat niet meer ter discussie. En men onderschrijft de constatering van de minister dat de kwaliteit van de dienstverlening is verbeterd.

Brancheorganisatie Adfiz: “De minister concludeert dat er geen problemen zouden zijn met de toegankelijkheid van advies. Het lijkt erop dat toegankelijkheid daarbij beperkt is tot ‘het kunnen betalen’ van advies. Als je met een bredere scope naar toegankelijkheid kijkt schetst de evaluatie echter uitgebreide problemen. Consumenten hebben een beperkte bereidheid te betalen voor advies en nazorg, ongevraagd advies wordt minder gegeven, en er is een toename van execution only. ‘En het is juist de groep consumenten die erg gebaat is bij financieel advies die het meest geneigd is de adviseur links te laten liggen.’ Niet onze woorden, maar die van de onderzoekers zelf, en een sterke aanwijzing dat het slecht gesteld is met de toegankelijkheid van advies. Wij vinden dit zorgelijke ontwikkelingen die de komende tijd veel aandacht verdienen.”

Onderzoeker Fred de Jong sluit zich hier op VVP Online bij aan: “Als je als minister constateert dat dit best wel een punt is, moet je hier ook op acteren. Dat mis ik nu. De minister zou moeten kijken naar concrete maatregelen om te stimuleren dat mensen zich laten bijstaan door een onafhankelijke adviseur. Er ligt een maatschappelijk belang, het ministerie van Financiën zou hierin meer mogen betekenen.”

Colinda Rosenbrand, directeur van de OvFD vindt het “te kort door de bocht” dat de minister concludeert “dat er geen problemen zijn vastgesteld met betrekking tot de toegankelijkheid van advies onder het provisieverbod, wanneer tegelijkertijd uit de resultaten naar voren komt dat consumenten de kosten van advies onderschatten, de bereidheid om te betalen voor advies pas toeneemt als adviseurs de kans krijgen om uit te leggen wat hun toegevoegde waarde is en volgens de onderzoekers de vraag naar execution only toeneemt omdat klanten beperkt bereid zijn om voor advies te betalen. (…)
“Wij vinden dit een zeer zorgwekkende ontwikkeling.”

Wettelijke titel onafhankelijk advies
Rosenbrand pleit verder voor een wettelijke titel voor aanbieders van onafhankelijk advies. “Het is geen verrassing dat het dienstverleningsdocument niet effectief blijkt als instrument om de verschillende vormen van dienstverlening te vergelijken of om de consument meer inzicht te geven in de kwaliteit van de dienstverlening. Wil je de consument meer inzicht geven dan zal het onderscheid tussen advies bij een aanbieder en onafhankelijk advies veel transparanter moeten worden. Een wettelijke titel van onafhankelijkheid is hiervoor van groot belang.”

Ook Adfiz vindt het positief dat de minister aangeeft “dat meer aandacht nodig is voor het onderscheid tussen het advies bij een aanbieder en zelfstandig advies, omdat het van toegevoegde waarde is voor consumenten.” Onderzoeker De Jong: “Uit de evaluatie komt onder meer naar voren dat de consument het onderscheid tussen advies door een aanbieder en door onafhankelijke financieel adviseur niet goed ziet. Sommige adviseurs hebben sowieso moeite om hun toegevoegde waarde goed uit te leggen aan de consument.”

Functioneren kostprijsmodel
De OvFD vraagt verder aandacht voor het functioneren van het kostprijsmodel. “De minister merkt nu op dat hij zich kan voorstellen dat een jaarlijkse controle van het kostprijsmodel onevenredige lasten met zich meebrengt. We vinden het jammer dat de minister niet ingaat op de mening van maar liefst 85% van de adviseurs, die aangeven dat het kostprijsmodel niet goed werkt.

“Aanbieders stellen in het onderzoek dat er een geaccepteerd calculatiemodel ligt, maar vraag is of dat zo is. De beroepsorganisatie voor accountants, de NBA, heeft al eerder opgemerkt ‘dat de open normering van het kostprijsmodel veel ruimte voor interpretatie laat bestaan en dat daarom het doel van de nieuwe regelgeving, bewerkstelligen van inzicht in en vergelijkbaarheid van tarieven van tussenpersonen en aanbieders waarschijnlijk niet wordt gerealiseerd’. Ook de OvFD heeft al eerder vergelijkbare kritiekpunten geformuleerd.”

Bron: OvFD, Adfiz, VVP Online

www.findinet.nl/newsletter/
Klik op de banner en ontvang de wekelijkse Nieuwsbrief van Findinet op proef.

GEEN REACTIES