Partnerpensioen duurt straks mogelijk maar paar jaar

Driekwart beroepsbevolking neemt maatregelen voor pensioen
© Pixabay

Een partnerpensioen zou niet meer voor onbepaalde tijd moeten gelden, maar voor een relatief korte afgebakende periode van bijvoorbeeld vijf jaar.

Dit idee ligt nadrukkelijk op tafel bij de sociale partners, zo bleek vrijdag op het Aegon Flitscongres, dat in het teken stond van het partnerpensioen. Werkgevers- en werknemersorganisaties hebben in januari van de Tweede Kamer een adviesaanvraag gekregen over dit onderwerp. Mede naar aanleiding van een aantal ‘schrijnende gevallen’ rond het partnerpensioen wordt door hen nu bekeken hoe het opnieuw kan worden vormgegeven. Omdat dit naar alle waarschijnlijkheid geld gaat kosten, willen in elk geval VNO-NCW en vakbond VCP dat er kritisch wordt gekeken naar de lengte van het nabestaandenpensioen, om het zo betaalbaar te houden. Uitgangspunt zou moeten zijn dat het partnerpensioen door de nabestaande gebruikt wordt om weer enigszins te kunnen ‘opstarten’. Na enkele jaren zou de nabestaande dan weer in staat moeten zijn om financieel op eigen benen te staan.

Problemen
Hedda Rennooij, beleidsmedewerker bij VNO-NCW en MKB Nederland, en Nic van Olstein, voorzitter van VCP, wilden in hun bijdragen nog niet direct in ‘productoplossingen’ gaan praten, maar zetten wel op een rijtje welke problemen bij voorkeur moeten worden opgelost bij de hervorming van het partnerpensioen. Een van deze problemen is dat pensioenfondsen en verzekeraars verschillende voorwaarden hanteren, waardoor een deelnemer bij een baanwisseling bijvoorbeeld van een partnerpensioen op opbouwbasis wisselt naar een partnerpensioen op risicobasis. Een oplossing is om via uniformering de regelingen beter op elkaar af te stemmen. Verder zou er nadrukkelijk aandacht moeten zijn voor de kinderen van de nabestaande. Zij zouden financieel tot een bepaalde leeftijd beter kunnen worden ondersteund. Ook zou de ‘1e pijlervoorziening’ ANW, die in de afgelopen tijd behoorlijk is uitgekleed, weer een beter vangnet moeten worden.

Scheiden
VVD-Kamerlid Roald van der Linde stelde dat veel van de schrijnende gevallen rond het partnerpensioen het gevolg zijn van echtscheiding. In het bijzonder vrouwen verdwalen na een scheiding niet zelden in de bureaucratie, met soms ernstige financiële gevolgen. Als reactie hierop heeft de Tweede Kamer onlangs besloten dat er na een scheiding een zogeheten automatische conversie moet plaatsvinden, waardoor de pensioenrechten worden verdeeld. Hierdoor zouden in de toekomst het aantal probleemgevallen sterk moeten gaan dalen, verwacht Van der Linde. Martin van Rooijen, Kamerlid voor 50+, bracht naar voren dat de vormgeving van het huidige partnerpensioen vooral is ingegeven door het idee dat beide partners grotendeels fulltime werken. Hij noemde dit ‘wensdenken’. Het is volgens hem een illusie dat Nederland tendeert naar een tweeverdienersmaatschappij. Veel vrouwen werken niet alleen minder, ze verdienen ook minder per uur. Daarnaast liggen vooral voor oudere deelnemers en nabestaanden de banen niet voor het oprapen.

Communiceren
Alle sprekers op het Aegon-congres waren het erover eens dat de communicatie vanuit pensioenfondsen en verzekeraars rond het partnerpensioen vaak belabberd is. Veel deelnemers, vooral laagopgeleiden, tasten volledig in het duister over hun positie op dit onderwerp. Een betere communicatie is daarom noodzaak. Daarnaast vond VVD-er Van der Linde dat je er in feite vanuit moet gaan dat veel van deze communicatie gewoonweg niet binnenkomt bij laagopgeleiden. Daarom pleit hij voor meer uniformering, en wil dit wettelijk regelen. Dit staat op gespannen voet met de contractvrijheid van sociale partners. Rennooij (VNO) en Van Olstein (VCP) wilden nog niet zover gaan om de eigen vrijheid op te geven.

GEEN REACTIES