Hoewel de cao-lonen de laatste tijd de inflatie voorzichtig beginnen te volgen en een stijging laten zien, nemen de salarissen lang niet zo sterk toe als de huizenprijzen. Als werknemers niets doen, worden met hun inkomen steeds meer woningen onbetaalbaar. Nationale Vacaturebank was benieuwd wat voor keuzes mensen maken als het gaat om hun werk in relatie tot de eigen woning en onderwierp 1.500 Nederlanders aan een onderzoek.
Hoog salaris nodig voor gemiddelde woning
De Nationale Vacaturebank rekent voor hoeveel je moet verdienen om een gemiddelde woning te kunnen kopen op basis van één inkomen. Uitgaande van een prijs van 387.000 euro voor ‘de gemiddelde Nederlandse woning’ is er bij een maximale hypotheek een bruto jaarinkomen nodig van minimaal 81.685 euro. De gemiddelde werkende Nederlander zou volgens het CBS 32.400 euro verdienen. Om de gemiddelde woning te kunnen kopen, zou de gemiddelde werknemer dus ruim 2,5 keer zoveel moeten gaan verdienen.
Van de ruim 125.000 vacatures die in 2021 openstonden bij de Nationale Vacaturebank bood maar twee procent een salaris dat voldoende is om als eenverdiener zo’n gemiddelde woning te kopen. Daarvoor moet je dan wel in de IT of techniek willen en kunnen werken of een directie- of managementfunctie ambiëren.
Veranderen van baan voor een woning
In het verleden was het niet ongebruikelijk om na verandering van werk te verhuizen naar een woning die dichterbij de nieuwe baan lag. Tijdens de coronapandemie trokken veel mensen juist weg van de stad en het werk om ruimer en rustiger te gaan wonen. Dat was goed mogelijk door het vele thuiswerken. Nu is een nieuw effect zichtbaar: mensen zoeken een andere baan omdat ze daarmee hopen wel een passende woning te kunnen vinden.
Bijna dertig procent van de werkenden geeft aan dat de prijzen van woningen voor hen een reden kunnen zijn om van werkgever te wisselen. Dat kan zijn om een baan te vinden op een andere, meer betaalbare locatie of om een baan met een hoger salaris te krijgen.
De Nationale Vacaturebank ziet een relatie tussen de huizenprijzen en het aantal ondervraagden dat een andere baan wil. Zo wil in Noord-Holland het hoogste aandeel van 45% van de ondervraagden graag een andere baan terwijl hier ook de huizenprijzen gemiddeld het hoogst zijn. Dit gaat ook op voor Noord-Brabant (43% zoekt ander werk) en Utrecht (42%) waar de huizenprijzen ook relatief hoog zijn. In het goedkopere Zeeland zoekt slechts 32% ander werk.
Hoe zorgen Nederlanders voor een hoger salaris?
Er zijn verschillende manieren om een hoger salaris te krijgen. Het verschilt per provincie welke methode het populairst is. Zo willen vooral Limburgers meer uren gaan werken. Groningers zijn bereid verder van huis te gaan werken als ze dan meer kunnen verdienen. Veranderen van baan is in alle provincies een goede optie, maar Noord-Holland en Noord-Brabant lopen hier op kop. Mensen uit Overijssel willen relatief vaak als zelfstandig ondernemer aan de slag om meer te verdienen. In Zeeland, Noord-Brabant en Groningen kunnen de werkgevers zich vast schrap zetten: de inwoners van deze provincies hopen door te onderhandelen een hoger salaris te kunnen krijgen. In Gelderland ten slotte wil men door opleiding een hoger inkomen verdienen. Mensen uit Utrecht en Friesland zijn blijkbaar tevreden over hun salaris, zij willen niets doen voor een hoger inkomen.
Bron: Nationale Vacaturebank
