Nieuw onderzoek ten behoeve van verzekerbaarheid chronisch zieken

Nieuw onderzoek ten behoeve van verzekerbaarheid chronisch zieken

Als iemand eenmaal een chronische ziekte heeft, wordt de levensverwachting kleiner en daarmee wordt het lastiger een overlijdensrisicoverzekering af te sluiten of een huis te kopen.
Deloitte en Amsterdam UMC deden onderzoek naar de mate waarin het hebben van een chronische ziekte het huizenbezit beïnvloedt en naar de vraag of er verschillen zijn voor diverse chronische aandoeningen. Het doel is om de discussie over verzekerbaarheid van mensen met een chronische ziekte op gang te brengen.

Voor het onderzoek keken Deloitte en de onderzoekers van Amsterdam UMC naar microdata van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Ze onderzochten daarbij de overlevingskansen van chronisch zieken en hoeveel mensen met een chronische aandoening een eigen woning hebben. Beide zaken werden vergeleken met de gegevens van mensen zonder chronische aandoeningen.

Levensverwachting varieert

Mensen met een chronische aandoening of die kanker hebben gehad hebben gemiddeld een lagere levensverwachting dan de controlegroep, zo blijkt uit het onderzoek. Van de mensen die niet ziek zijn, sterft gemiddeld 0,5% per jaar. Van de kankerpatiënten is dat gemiddeld 4,7% per jaar. De onderzoekers hebben echter onderscheid gemaakt naar verschillende typen kanker. Dan blijken er grote verschillen te zijn: bepaalde vormen van borst- en huidkanker geven een veel lagere kans om in de komende tien jaar te overlijden dan alvleesklier- of nierkanker.

Chronische ziekte en huizenbezit

Van zowel de groep chronisch zieken als de controlegroep bezit een kleine 28% een eigen woning. Hier is dus geen duidelijk verschil te zien. De groep kankerpatiënten bezit zelfs iets vaker een eigen huis (32,5% tegen 29,5% in de controlegroep). Mensen met psychische aandoeningen bezitten juist minder vaak een woning. Als mogelijke verklaring hiervoor zeggen de onderzoekers dat kankerpatiënten de diagnose vaak pas krijgen na de aanschaf van de eerste eigen woning. Andere groepen, zoals de mensen met psychische aandoeningen, krijgen hun diagnose waarschijnlijk op jongere leeftijd waardoor ze vaak nog geen woning hebben.

Volgens de onderzoekers hebben voormalig kankerpatiënten dan misschien wel niet minder vaak een eigen huis, de gemiddelde WOZ-waarde zou wel lager zijn. De verklaring daarvoor moet gezocht worden in het feit dat het na de diagnose lastiger is door te stromen naar een duurdere woning. Het dashboard dat op basis van het onderzoek gemaakt is, geeft echter aan dat de mediane WOZ-waarde voor kankerpatiënten en de controlegroep even hoog is. Wel is de spreiding voor de chronisch zieken kleiner. Mensen met psychische aandoeningen bezitten wel woningen met een lagere WOZ-waarde (199.000 euro) dan mensen zonder aandoeningen (226.000 euro).

Dashboard

Met behulp van het dashboard dat de onderzoekers met behulp van de data maakten, kunnen bijvoorbeeld verzekeraars zelf kijken of bepaalde groepen mensen echt een groter risico vormen. Hiermee zou de verzekerbaarheid van de deze groep opnieuw beoordeeld kunnen worden. “Onze missie is om het aantal levensverzekeringsaanvragen dat op medische gronden wordt afgewezen tot een minimum te beperken. Vanuit deze missie ondersteunen wij vanuit ons De Hoop Leven Fonds onderzoek om de verzekerbaarheid van mensen met een medische aandoening te vergroten. Wij denken dat de nieuwe informatie die uit dit onderzoek is gekomen hieraan zal kunnen bijdragen”, zegt Gilbert Pluijm, directeur van De Hoop Herverzekeraar, hierover.

Bron: Deloitte

GEEN REACTIES