Overheid wil maximale kredietvergoeding structureel verlagen

Overheid wil maximale kredietvergoeding structureel verlagen
© Raten-Kauf, Pixabay

Vorig jaar werd de maximale kredietvergoeding voor consumptief krediet tijdelijk verlaagd van 12 naar 10 procent, vanwege de acute gevolgen van de coronapandemie. Als het aan het demissionaire kabinet ligt, blijft dit zo. Besluitvorming over een structurele verlaging van de maximale kredietvergoeding is aan het nieuwe kabinet. Er is al wel een internetconsultatie uitgegaan om de meningen van de markt te peilen.

Doel van de maatregel is problematische schulden bij consumenten te verminderen. Door de lagere rentelasten zullen consumenten minder snel in financiële problemen komen, is de gedachte. En wanneer problematische schulden al zijn ontstaan, zal de verlaging ervoor zorgen dat de totale schuldenlast van de consument minder snel oploopt.

Selectiever beoordelen

Daarnaast kan de verlaging ervoor zorgen dat kredietaanbieders selectiever beoordelen welke klanten zij accepteren, nu de financiële ruimte voor een risico-opslag in hun bedrijfsmodel wordt verminderd. Dit kan bijdragen aan kredietverstrekking die meer passend is voor de financiële draagkracht van consumenten.

Uit onderzoek uitgevoerd door SEO blijkt dat met name bij relatief kleine kredieten, tot €2.500, rentes worden gehanteerd die op of nabij de maximale kredietvergoeding liggen. Bijvoorbeeld bij roodstand, (online) goederenkrediet en creditcardleningen. Het zijn deze kredieten waarvoor de winstmarge van aanbieders als eerste onder druk komt te staan bij een verlaging van de maximale kredietvergoeding.

Gevolg kan zijn dat aanbieders besluiten hun selectiecriteria aan te passen, wat ertoe kan leiden dat minder krediet wordt verstrekt aan relatief risicovolle, en dus kwetsbare, klanten.

Nadelig uitpakken

Maar verlaging kan ook nadelig uitpakken voor consumenten. Aanbieders van krediet kunnen bijvoorbeeld besluiten tot verhoging van de kosten gekoppeld aan krediet. Bijvoorbeeld hogere kosten van een betaalproduct dat bij een creditcard of roodstand is afgesloten. Verder kunnen ze voorwaarden van leningen aanpassen, zoals een verhoging van de minimale looptijd of het minimum kredietbedrag. Aanbieders kunnen zelfs besluiten het aanbod van klein consumptief krediet te staken, wanneer dit niet meer winstgevend is. Wanneer veel aanbieders dit doen, kan er een verschuiving van de vraag optreden naar andere financieringsvormen, zoals achteraf betalen of huren (private lease). Deze financieringswijzen kunnen riskanter en duurder uitpakken.

Consumenten lopen nu vooral betalingsachterstanden op bij de dure, kleine goederenkredieten. Om deze schuldenproblematiek aan te pakken voert de sector zelf ook kwaliteitsverbeteringen door; zo zijn in april dit jaar de leennormen aangepast. Demissionair minister Hoekstra heeft meer maatregelen aangekondigd, zoals een aanscherping van de verificatieplicht. Kredietverstrekkers zijn nu verplicht de financiële situatie van consumenten te controleren bij kredieten vanaf 1.000 euro. Dat moet straks al vanaf 250 euro.

GEEN REACTIES