(On)duidelijkheid over contra-expertise

Wanneer heb je bij een verzekering recht op contra-expertise en wat zijn de voorwaarden? Henk Grootkerk geeft als directeur van het NIVRE zijn visie op dit onderwerp.

Het recht op contra-expertise. Het is een onderwerp dat van tijd tot tijd de gemoederen binnen en buiten de verzekerings- en schaderegelingsbranche bezighoudt. Recentelijk nog naar aanleiding van een TV-uitzending van het consumentenprogramma Radar. Zowel de uitzending zelf als de hieruit voortvloeiende reacties in de diverse media maakten andermaal duidelijk dat er veel onduidelijkheid bestaat over het recht op contra-expertise. De gedragscode die is ingesteld door het NIVRE geeft al richtlijnen in dit kader. Contra-expertise is voornamelijk aan de orde bij property, dus bij brand-, auto- en scheepsverzekeringen en bij al deze categorieën verschillen de voorwaarden.

Brandschade-expertises

In de polisvoorwaarden van vrijwel alle brandverzekeringen staat vermeld dat een verzekerde bij schade recht heeft op benoeming van een eigen (contra) expert. In de meeste brandpolissen staat daarnaast dat de kosten van deze contra-expert voor rekening komen van de verzekeraar, waarbij doorgaans een maximering geldt tot de hoogte van de kosten in rekening gebracht door de expert van de verzekeraar. Door verzekeraars zijn met de door hen ingeschakelde expertise vaak tariefafspraken overeengekomen. Met name bij kleinere schaden zijn de dossiertarieven dan zo laag dat de kosten van de contra-expert al snel hoger uitvallen. Dit wordt vaak als oneerlijk beschouwd maar is een realiteit die vooraf duidelijk moet zijn voor de verzekerde.

Een complicerende factor daarbij is dat veel verzekeraars de door hen ingeschakelde experts niet toestaan om met de contra-expert te overleggen over het te rekenen tarief. Zo ontstaat in veel gevallen pas achteraf duidelijkheid over de omvang van de meerkosten voor verzekerde.

Deze meerkosten komen dus in principe voor rekening van de verzekerde. Doch indien in de polis niets over deze maximering staat, dan geldt de wet als grondslag en op basis daarvan dient de verzekeraar ‘alle naar redelijkheid gemaakte expertisekosten‘ te vergoeden in die situaties waarin door de contra-expert een ander licht op de schadeomvang is ontstaan en het schadebedrag hoger wordt vastgesteld.

Het NIVRE vindt met name van belang dat een gedupeerde in alle situaties tijdig gewezen moet worden op zijn rechten vanuit de polis en/of vanuit de wet. Dit geeft de gedupeerde vanaf het begin duidelijkheid over zijn formele rechten en de financiële reikwijdte om deze uit te oefenen. Uiteraard spelen verzekeraars als contractpartij en de verzekeringsmakelaar als intermediair een primaire rol, maar het NIVRE acht het van belang dat ook de expert haar rol in deze openheid in informatieverstrekking speelt.

 

Als NIVRE onderschrijven wij uiteraard het recht op contra-expertise. Daarom ook staat binnen de eigen gedragsregels van het NIVRE, de Gedragscode, nadrukkelijk vermeld dat de ingeschreven NIVRE Register-Experts gedupeerden/verzekeren bij een schade die onder de brandpolis valt moeten wijzen op hun recht op een eigen expert (contra) en op de (mogelijke) grenzen die aan de financiële vergoeding van de verzekeraar zitten.

Als NIVRE kennen we geen signalen die er op wijzen dat dit structureel niet gebeurt. In beweringen in de media, die ons veelal zonder de nodige onderbouwing worden gepresenteerd, herkennen wij ons als NIVRE dan ook niet. Overigens is een belangrijk deel van de in de brandmarkt opererende contra-experts ook ingeschreven in het NIVRE Register. Voor hen gelden derhalve dezelfde kwaliteits- en toelatingseisen en gedragsregels als voor de overige NIVRE Register-Experts.

 

Autoschade-expertise

De situatie bij autoschades is iets anders dan bij een schadeclaim op de brandverzekering. In de polisvoorwaarden van de autoverzekering staat namelijk niets over het recht op een contra-expert. Wel kan een belanghebbende partij wanneer hij niet tot overeenstemming kan komen met (de expert van) de verzekeraar – bijvoorbeeld over de waarde/omvang van de schade, oorzaak of de herstelprocedure – besluiten om voor eigen kosten een eigen expert in te schakelen. Komen beide experts er samen niet uit, dan wordt gezamenlijk een derde expert (arbiter) benoemd wiens uitspraak bindend is. De (eventuele) financiële vergoeding voor de gemaakte kosten kan per verzekeraar anders geregeld zijn. Overigens komt daar de inschakeling van een contra expert minder vaak voor; naar schatting ongeveer 500 keer op jaarbasis en dan in verreweg de meeste gevallen bij een meningsverschil over de vastgestelde waardevermindering bij total loss en minder vaak over de omvang van de herstelkosten of oorzaak.

Om duidelijkheid te verschaffen in de te volgen procedure voor contra-expertises bij motorvoertuigen heeft het NIVRE de Richtlijn Contra-expertises en bindend advies opgesteld, die dient als norm voor schade-experts in motorvoertuigen.

Scheepvaart en Techniek

‘Scheepvaart en Techniek’ zit voor wat betreft ‘contra-expertise’ als het ware een beetje tussen ‘brand’ en ‘auto’ in. Bij pleziervaartuigschades geldt net als bij de brandverzekering eveneens het recht op een contra-expert voor maximaal hetzelfde bedrag als de verzekeraar kwijt is aan de kosten van de eigen expert. Bij schades in de binnen- en zeevaart geldt dit recht niet.

GEEN REACTIES