D&O: Motie van treurnis Jaarverslag AFM

D&O betreurt in hoge mate de wijze waarop de AFM haar jaarverslag ter beschikking stelt.

Dat schrijft Jurjen Oosterbaan Martinius in een recente Wft-nieuwsbrief van Bureau D&O..

Hij stelt onder meer:

“De AFM brengt elk jaar een jaarverslag uit. Deze verslagen bieden waardevolle informatie over de activiteiten en visies van de AFM. Deze jaarverslagen werden altijd in gedrukte vorm uitgegeven, maar ook digitaal, waarbij belangstellenden desgewenst het complete jaarverslag konden downloaden.

De AFM heeft dit jaar een andere keuze gemaakt. Er is uitsluitend een digitale variant beschikbaar. Het bijzondere is echter dat het voor de lezer niet mogelijk is om op eenvoudige wijze het complete jaarverslag te downloaden. De AFM heeft zelf een selectie gemaakt van onderdelen waarvan zij van oordeel is dat dit voor de lezer interessant is. Vervolgens zijn bij veel artikelen links geplaatst die verwijzen naar andere onderdelen van het verslag.

Ongetwijfeld zijn de motieven die de AFM dit jaar rondom de wijze van publicatie van het jaarverslag heeft gemaakt goed bedoeld. Maar het resultaat is onder de maat en geen voorbeeld dat de AFM, als toezichthouder, zou moeten geven. De samenleving zou het terecht niet tolereren indien een bank of verzekeraar op deze wijze haar jaarverslag aan het publiek ter beschikking zou stellen. Bureau D & O roept de AFM op om alsnog haar jaarverslag over 2013 integraal ter beschikking te stellen en ook zorg te dragen dat dit in de komende jaren zal plaatsvinden.

Sociale media

De AFM kent een Raad van Toezicht. Ook hierover wordt verslag gedaan. De informatie die wordt verstrekt schiet inhoudelijk te kort. Een voorbeeld: “Dit jaar heeft de raad mede de interne communicatie en de ontwikkelingen op sociale media en de wijze waarop de AFM hiermee omgaat, besproken.” Vervolgens ontbreekt elke inhoudelijke informatie over wat de conclusies van dit beraad zijn. Daar waar de toezichthouder op grond van haar geheimhoudingsplicht in het algemeen vaak terughoudend moet zijn met het geven van informatie, geldt dit niet voor haar beleid ten aanzien van het omgaan met sociale media. Juist in het kader van de door de AFM voorgestane transparantie zou het daarom goed zijn om deze informatie met de sector te delen.

Een voorbeeld om aan te geven wat het belang kan zijn van het beleid ten aanzien van sociale media is bijvoorbeeld de vraag in hoeverre de AFM sociale media kan en mag inzetten om de consument op te roepen ervaringen over een met name genoemde financieel dienstverlener, met de AFM te delen. Een dergelijke oproep zal in de praktijk reeds voor de betreffende financieel dienstverlener negatieve effecten hebben, zelfs nog voordat het onderzoek van de AFM is gestart, laat staan voordat de uitkomst hiervan bekend is. Helderheid over welke normen de AFM zichzelf in deze oplegt is gewenst. Het enkel aangeven dat het onderwerp “besproken is” is onvoldoende.

GEEN REACTIES