Compliancemania versus cultuur verandering

Het zou wel heel erg zijn als eerlijkheid gezien moet worden als “de grootste uitdaging in de komende jaren”.

De AFM constateert dat banken en verzekeraars lager scoren op onderwerpen waarvoor vanuit de AFM minder aandacht is geweest.

Een belangrijke constatering, zeker als de toezichthouder tegelijkertijd van mening is dat het opbouwen van een ondernemingscultuur gericht op veiligheid en eerlijkheid “de komende jaren de grootste uitdaging is voor de financiële sector”. Eigenlijk zegt de AFM dat eerlijkheid nog geen vast onderdeel uitmaakt van de ondernemingscultuur en nog erger: dat het een hele kunst zal worden om dat te bereiken.

De nieuwe voorzitter Merel van Vroonhoven probeert dit beeld te nunanceren door aan te geven dat de sector “belangrijke stappen heeft gezet”en dat er sprake is van “goede intenties” en “ambitieuze plannen”. Maar feitelijk maken die opmerkingen het er niet beter op. Eerlijkheid en veiligheid moet in de genen zitten van een financieel bedrijf zijn bedrijfsvoerders en andere medewerkers. Je kunt er ‘niet aan werken om eerlijk te worden’, dat ben je of je bent het niet.

De vraag is of het inderdaad zo slecht gesteld is met de financiële ondernemingen op het gebied van – samengevat – integriteit, of zet de AFM hier een toon die de financiële sector geen recht doet? Het is nogal wat dat de toezichthouder meent de bedrijfstak te moeten waarschuwen dat “zonder deze cultuur van oprechte veiligheid en eerlijkheid het vertrouwen in de financiële markten onvoldoende zal herstellen.”

De indruk wordt gevestigd dat bankiers en verzekeraars weliswaar iets minder dan vroeger, maar toch nog steeds wolven in schaapskleren zijn. Uiteraard zou het een illusie zijn te veronderstellen dat de markt intussen ‘van alle smetten vrij’ is. Natuurlijk worden er nog schoonmaakacties gehouden en ongetwijfeld zal zich nog wel eens een incident voordoen. Maar dat is iets anders dan de bewering dat de ondernemingscultuur gericht is op onveiligheid en oneerlijkheid.

In wezen is er iets heel anders aan de hand. De AFM zou zich samen met de markt moeten afvragen hoe het komt dat banken en verzekeraars lager scoren op onderwerpen waar tot nu toe vanuit de AFM minder aandacht voor is geweest. Misschien is het een goede gedachte om aan de hand van deze constatering eens de bedrijfscultuur door te lichten. Dan zal blijken dat door de open normen in de wetgeving die nader ingevuld worden door de toezichthouders sprake is van een afvinkcultuur. Dat de bedrijfsvoering niet meer bepaald wordt door product- en dienstenontwikkelaars, maar in belangrijke mate door de allesoverheersende vraag of een uiting, product, dienst, of innovatieve ontwikkeling wel voldoet aan de compliance vereisten. Bij elke vernieuwing is de eerste vraag of die wellicht niet strijdig is met een artikel dat ergens in een wet of een besluit staat. Is dat niet het geval, dan blijft het oppassen geblazen of de AFM (of DNB of ACM) misschien beren op de weg kan zien.

Er is een cultuur ontstaan van compliancemania. Dat is ongetwijfeld nooit de bedoeling geweest van wetgever en toezichthouder. En zeker niet van marktpartijen, maar het is wel de realiteit. Zo lang daarvan sprake is, is het voor ondernemingen bijzonder lastig om een bedrijfscultuur te ontwikkelen waarin managers en medewerkers veilig en eerlijk maar wel met een eigen signatuur hun klanten kunnen bedienen. Het geknecht zijn aan regels waarvan de interpretatie maar afgewacht moet worden leidt tot een vorm van gekunstelde bedrijfsvoering, waarbinnen in onzekerheid verkerende en dus de veiligste weg zoekende compliance officers botsen met de operationele afdelingen. Laten toezichthouders en marktpartijen daar de dialoog over aangaan om een veilige, eerlijke, bedrijfscultuur met een eigen identiteit mogelijk te maken.

GEEN REACTIES