Minder werknemers met pensioen in 2022

Nibud ontwikkelt tool voor wie pensioen in zicht heeft

In 2022 zijn 84 duizend werknemers met pensioen gegaan. Dit is 12 procent minder dan in 2021. Zij waren gemiddeld 65 jaar en acht maanden oud. De pensioenleeftijd was drie maanden hoger dan in 2021 en vrijwel even hoog als in 2020. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.

Iets minder dan de helft van de werknemers die in 2022 met pensioen gingen, was jonger dan de AOW-leeftijd van 66 jaar en zeven maanden (pensioenleeftijd in 2022). Tot 2013 was de AOW-leeftijd 65 jaar, daarna is deze stapsgewijs verhoogd. Tussen 2002 en 2006 waren ongeveer negen op de tien werknemers die met pensioen gingen jonger dan de AOW-leeftijd. Vanaf 2007 ging een steeds kleiner deel eerder dan de AOW-leeftijd met pensioen.

In 2020 en 2021 is de AOW-gerechtigde leeftijd niet verhoogd. In deze jaren zijn veel werknemers met pensioen gegaan en ook relatief veel op of na de AOW-leeftijd. Hoewel er in 2022 meer werknemers vóór de AOW-leeftijd met pensioen gingen dan in voorgaande jaren waren zij gemiddeld wel ouder op het moment van pensionering dan in voorgaande jaren. Voor de totale groep pensioengangers kwam de gemiddelde pensioenleeftijd in 2022 dan ook hoger uit dan in voorgaande jaren.

In het openbaar bestuur was de gemiddelde pensioenleeftijd van werknemers in 2022 met 65,1 jaar het laagst, gevolgd door de zorg en het onderwijs. In de landbouw, bosbouw en visserij was de pensioenleeftijd van werknemers met 66,6 jaar het hoogst, gevolgd door overige (zakelijke) diensten en handel. Voor het eerst was in alle bedrijfstakken de gemiddelde pensioenleeftijd van werknemers hoger dan 65 jaar.

Bron: CBS

GEEN REACTIES