Manier van handelen van DeGiro was ‘onaanvaardbaar en disproportioneel’

Manier van handelen van DeGiro was ‘onaanvaardbaar en disproportioneel’

Tijdens het onderzoek naar de herkomst van het vermogen van consumenten op grond van de Wwft kan wel eens wat misgaan. Nadat een klant van DeGiro niet tijdig de gewenste stukken had aangeleverd, zegde de broker diens beleggingsovereenkomst op en liquideerde zij diens aandelenportefeuille. Onaanvaardbaar en disproportioneel, oordeelt de Commissie van Beroep van het Kifid.

De betreffende klant had twee effectenrekeningen bij DeGiro lopen. In de zomer van 2020 kreeg hij de vraag om de herkomst van zijn vermogen toe te lichten. Omdat de klant in die periode grote bedragen overmaakte – tot aan een ton, in euro’s en Zwitserse Francs – eiste DeGiro ook een recente belastingaangifte.

Punt is dat DeGiro dit verzoek niet nader toelichtte – de reden wordt voor de klant pas duidelijk tijdens de procedure bij de Geschillencommissie. Daarnaast heeft de broker een ‘onredelijk korte termijn’ gesteld: de klant moet de belastingaangifte binnen drie dagen verstrekken, ook nadat deze heeft aangegeven dat dit waarschijnlijk niet haalbaar is. Ten slotte blijkt dat DeGiro telefonisch zeer slecht telefonisch bereikbaar is voor de klant om antwoord te krijgen op zijn vragen.

Verscherpt cliëntenonderzoek

An sich was DeGiro wél gerechtigd om extra stukken op te vragen. Artikel 8 e.v. Wwft geeft aan dat in bepaalde situaties een verscherpt cliëntenonderzoek vereist is en dat de financiële instelling in zo’n geval ruimte heeft voor eigen beleid. De instelling dient immers, als zij beoordeelt of verscherpt onderzoek aangewezen is, ‘ten minste’ rekening te houden met de risicofactoren in bijlage III bij de vierde anti-witwasrichtlijn. Dat is ook de reden dat de Geschillencommissie van het Kifid aanvankelijk de klacht van de klant ongegrond achtte.

Maar DeGiro is niet of nauwelijks in persoonlijk contact getreden met de consument om nader uit te leggen en toe te lichten welke informatie zij precies wilde, en met welk doel die
verschaft diende te worden. Als reden voor de ongebruikelijke transacties geeft de klant uiteindelijk aan dat dit te maken had met de negatieve rente die DeGiro in die periode had geïntroduceerd; een verklaring die tijdens de behandeling van de klacht verder niet wordt betwist.

Maatstaven van redelijkheid en billijkheid

Anders dan de Geschillencommissie stelt de Commissie van Beroep de klant dus in het gelijk. DeGiro heeft geen redelijk en proportioneel gebruik gemaakt van de haar toekomende bevoegdheid om bij de consument informatie op te vragen over de herkomst van zijn vermogen. In het verlengde hiervan moet worden geoordeeld dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat zij de overeenkomst met de consument heeft beëindigd op de wijze waarop zij dat heeft gedaan.

DeGiro wordt veroordeeld tot betaling van €­ 41.467 en CHF 3.360 (in totaal € 44.859) aan de consument vanwege koersverliezen, plus de kosten van het instellen van Beroep à € 500.

Bron: Kifid

GEEN REACTIES